Baarìa is een film van de Italiaanse cineast Guiseppe Tornatore en vertelt in feite zijn eigen levensverhaal via drie generaties die opgroeien in Bagheria, wat in de locale spraak verkort wordt tot Baarìa. Tornatore neemt de kijker mee vanaf het kleine dorpje in de dertiger jaren tot de stad die het in de tachtiger jaren geworden is, aan de hand van de familie Torrenuova en de politieke en liefdesgeschiedenissen die zich vanaf de dertiger jaren binnen deze familie afwikkelen.
De film was voor Europese begrippen erg duur, wat deels kwam omdat in Tunesië het dorpje is opgebouwd en uitgebouwd, met alle bewoners en massascenes die daarbij horen.
De muziek van Ennio Morricone past naadloos in dit familieverhaal. Het is meeslepende muziek geworden, vol orkestraal en symfonisch, met vaak prachtige thema's en melodieën. Morricone is op z'n oude dag blijkbaar nog steeds in staat om prachtige filmmuziek te componeren.
De score opent met de Symfonie voor Baarìa, een muziekwerk van ruim tien minuten, met daarin de thematiek van de film verwerkt. Daarbij spelen allerlei sfeeraspekten in de track een rol, zoals Oosterse klanken en gezang, maar de laatste vier minuten zijn vooral elementen uit de film zelf, ondersteund door de muziek van Morricone. Het lijkt op een soort samenvatting van de film met elementen uit allerlei verschillende scenes, waarbij de score eigenlijk de enige continuë factor is. Dit gedeelte spreekt echter niet zo aan en is vooral interessant als je de film hebt gezien en de Italiaanse taal machtig bent.
Ribellione is een goede track met mooie staccatomuziek op een ondergrond van paukenmuziek. Die onderlaag van pauken overheerst echter wel een beetje, maar rebellie in een verhaal gaat ook niet zachtzinnig. Daardoor zal de muziek in z'n symfonische stijl toch goed bij de scenes passen. La Visita is een track die ook deze stijl heeft, maar in de tweede helft de paukenonderlaag weg laat vallen.
Vervolgens de titeltrack, waarmee Morricone het mooie, wat melancholieke thema van de film presenteert op een symfonische manier, met uitsluitend rustige strijkers. Dat symfonische blijft in verreweg de meeste tracks de belangrijkste stijl en kleurt daarmee de hele score. Ook de iets anders gearrangeerde dertiende track is bijzonder fraai, waarbij Morricone koperblazers op een verfijnde manier toevoegt.
Er zijn een aantal uitzonderingen, zoals Lo Zoppo, die wat te wild is, of Un Gioco Sereno, die teveel hoempa heeft, evenals Prima E Dopo. L'Allegro Virtuoso di Zampogna is een doedelzaktrack zonder verdere aanvulling en spreekt daardoor niet aan. Zo zijn er nog wel een paar tracks die minder aanspreken.
Toch heeft Morricone een aantal tracks weten te componeren op vol klassieke manier, zoals hij ook bij z'n oude scores al bewees te kunnen. Brindisi is daar een van de prachtige voorbeelden van. Ook Racconto di una Vita, die doet denken aan Morricone's score voor The Legend of 1900. En ook Il Vento, Il Mare, I Silenzi is fraai symfonisch en sluit de score mooi af.
Kortom, Ennio Morricone heeft met de score voor Baarìa weer een kwaliteitsscore afgeleverd, die het beluisteren meer dan waard is. De score is gevarieerd en er staan een aantal prachtige symfonische tracks op. Overigens is de hele score mooi orkestraal gecomponeerd en ontbreken de voor Morricone typerende non-muziek tracks, zoals die op veel van zijn scores staan. Niet alle tracks zijn even fraai, maar alle tracks zijn uitstekend beluisterbaar en melodieus.
Het hoofdthema dat Morricone voor deze film heeft gemaakt is bijzonder mooi en komt gedurende de score regelmatig terug in een steeds afwisselende setting. Vooral dit hoofdthema tilt de waardering op naar een mooie 86 uit 100.