De 17e James Bond film werd GoldenEye, geregisseerd door Nieuw-Zeelander Martin Campbell (The Mask of Zorro, Vertical Limit, Casino Royale, Edge of Darkness). Het was de eerste Bond-film waarin Pierce Brosnan het stokje overnam van Timothy Dalton in Licence to Kill. Vanwege een rechtenkwestie duurde het zes jaar na Licence, voordat deze nieuwe Bond-film uitkwam, met Brosnan in de hoofdrol. De producenten wilden een nieuwe weg inslaan, zonder het oude weg te gooien. De verhaallijnen van Ian Fleming werden losgelaten, terwijl ook producent Albert R. Broccoli met pensioen ging en vervangen werd door zijn dochter Barbara. Ook was het de eerste Bond-film waarin CGI werd gebruikt. Tegelijk wilde men daarmee ook naar een nieuwe stijl voor de muzikale begeleiding van de film.
Het verhaal begint met een opdracht van Bond en zijn collega om een Sovjet wapenfabriek te vernietigen. Dat lukt, maar alleen Bond ontsnapt. Later probeert hij de diefstal van een hypermoderne helicopter te voorkomen, die desondanks door Xenia Onatopp (Famke Janssen) gestolen wordt. Als die heli opduikt bij een radarpost op een eiland in het noorden van Siberië, wordt die site ineens getroffen door een EMP, een zeer sterke elektro-magnetische puls, die daar alle elektronische middelen vernielt. De puls blijkt uit een oude Sovjet satelliet te komen en Bond wordt op onderzoek gestuurd...
Omdat de producenten een nieuw muzikaal geluid bij deze nieuwe, zelfs vernieuwende Bond-film wilden, zijn ze op zoek gegaan naar een geschikte componist. Ze kwamen uit bij Eric Serra, die toen al bekend stond om z'n nogal experimentele muzikale stijl.
Het score-album dat van die muziek uitgekomen is opent met de Bond-song van Tina Turner. Deze song is duidelijk geënt op de Bond-kleuring van eerdere songs, en vooral de oude Goldfinger-song van Shirley Bassey. De stevig georkestreerde song, geschreven door Bono en The Edge van U2, heeft de typerende stijl van de Bond-koperblazers meegekregen, wat hem zeer herkenbaar maakt. Een goede song.
De score opent met de 'Overture', waarin een aantal cues zijn samengevoegd. De muziek bestaat vooral uit elektronische klanken en geluiden, waar overigens wel de typerende Bond-melodie doorheen gemixt is. Ook in de percussie is die melodie terug te horen, wat overigens knap gedaan is. De muziek is spannend, maar niet erg prettig beluisterbaar, wat vooral komt door het sterke elektronische karakter en het verdere gebrek aan melodie.
Het nogal experimentele 'Ladies First' heeft een sterk funky karakter en lijkt soms wel gescratcht. Duidelijk niet fraai. De volgende track laat bijna tegenovergestelde muziek horen. De fraaie orkestrale klanken van 'We Share the Same Passions' hebben een mooie melodie en fraai arrangement, met mooi spel van hoofdzakelijk strijkers.
Ook 'Whispering Statues' is tamelijk ingetogen muziek, maar wel met een arrangement waarin de spanning duidelijk een rol speelt. De muziek klinkt enigszins orkestraal, maar komt uit de elektronische trukendoos. Het tweede deel bestaat daarbij grotendeels uit solo pianoklanken. Melodieus stelt het echter allemaal niet zoveel voor.
De fraaie stijl van 'Passions' horen we terug in 'That's What Keeps You Alone', waarin opnieuw de strijkers een belangrijke rol spelen, maar waar een dwarsfluit de hoofdmelodie speelt. Het is een fraai arrangement, maar de melodie is wat mager. Dat geldt ook voor de orkestrale track 'Forever, James', die eveneens door strijkers en een dwarsfluit wordt gespeeld.
De overige tracks hebben vooral een sterke elektronische kleuring, met vaak een wat funky randje. Een deel van die muziek zit zelfs op het niveau van soundscape, waarbij melodie totaal irrelevant is. Dat maakt de muziek nogal ontoegankelijk en het beluisteren van dit album niet tot een genoegen. Soms past Serra nogal vervreemdende klanken en geluiden toe, maar ook mensenstemmen weet hij op een nogal wonderlijke manier toe te passen. Een enkele track of trackdeel heeft wat meer melodie, maar het houdt allemaal niet over. Serra heeft zelfs het typerende Bond-karakter van de muziek volledig losgelaten, behalve bij de 'Overture'. Hij heeft overigens al deze elektronische muziek zelf uitgevoerd. Bij het publiek is dit echter allemaal niet echt in goede aarde gevallen en de producenten zijn voor volgende Bond-films dan ook snel weer overgestapt naar een meer traditionele en aangenamere muzikale begeleiding, waarbij ze Serra snel aan de kant geschoven hebben.
Het album sluit af met een tamelijk rustige song, die door Serra zelf wordt gezongen. De elektronische begeleiding op keyboard en elektrische gitaar, en met een nogal typerende percussie is nogal mager. Ook de melodie houdt niet over, maar het geheel, waarin ook de vrouwenstem van NOA en de mannenstem van Rupert Hine een behoorlijk aandeel hebben, is best aardig.
Kortom, met zijn muziek voor de James Bond-film GoldenEye heeft Eric Serra een voor de filmreeks nogal afwijkende score gecomponeerd. De muziek is vooral elektronisch, met vaak een nogal experimenteel karakter. Een deel van de muziek is vrijwel melodieloos en heeft een sterk soundscape-karakter. Vaak is er ook een wat funky stijl in de muziek verwerkt, wat het allemaal niet aantrekkelijker maakt. Het zijn vooral de openingssong en een paar orkestrale tracks die de waardering voor dit album nog een beetje omhoog halen. Toch komt die waardering niet hoger dan 49 uit 100 punten.