Alien 3 wordt vaak gezien als het punt waarop het bergafwaarts ging met de Alien films. Het origineel, Alien en het vervolg Aliens waren beiden zeer sterke films, en vooral het tweede deel was een perfecte melange tussen horror en actie. In deel drie stort het schip van Ellen Ripley neer op een zwaarbewaakte gevangenis, en ze kan hier niet weg. En natuurlijk was er een Alien aan boord van haar schip, en nu moet Ripley, samen met de gevangenen en hun bewakers het opnemen tegen de Aliens, zónder geavanceerde wapens. Het is een donkere, beklemmende film, die een aanwinst is voor zowel science fiction als horror.
Nadat Jerry Goldsmith Alien van muziek voorzag, en de toen nog jonge James Horner voor Aliens, mocht de toenmalig nieuwkomer Elliot Goldenthal Alien 3 verzorgen. Zijn enige noemenswaardige werk hiervoor was Pet Semetary, maar Goldenthal is niet zomaar iemand. Zijn score voor dit derde deel is net als de film beklemmend, en heeft genoeg variatie erin. Het is een score waarin de underscore ook uiterst fijn te beluisteren is. Agnus Dei neemt ons meteen mee naar de ruimte. Atonale klanken, soms met een heerlijke knipoog naar Goldsmith. Iets later komt er een nog jonge sopraan bij, Nick Nackley, en hierna introduceert Goldenthal het Alien3 thema, dat een stuk dynamischer is dan dat van de vorige thema’s. Deze sfeer zet door, en nadat we de sciencefiction kant hebben gehad komt de horror omhoog. Goldenthal refereert moeiteloos in zijn eigen stijl naar Goldsmith en Horner, en doet dat op precies de juiste momenten. In Bait and Chase laat de man ons een sterke kant van hem zien: horrormuziek. Het is herkenbaar, en herbergt de stijl die we in zijn latere scores hoorden. Het is intens, heeft een hoge spanningsboog, en is zowel in de film als uit de boxen een nerveus stuk muziek. Tussen de synthesizers door horen we af en toe snoeihard slagwerk, en genoeg geluidseffecten om Hans Zimmer jaloers te maken. The Beast Within is de eerder beschreven interessante underscore. Een heerlijk stuk muziek, waarin de strijkers en blazer geleidelijk opbouwen. In Lento horen we wederom Nick Nackley, met zijn prachtige, zuivere stem. Enkele subtiele houtblazers komen er later bij, totdat we Goldenthal het uiterste uit de kast haalt. Strijkers en slagwerk vormen zorgen voor nerveuze actiemuziek, een motief wat in de film prachtig werkt en een van de sterkste momenten van de score is.
Candles in the Wind is een brok, sterke horrormuziek. Wederom een synthesizer en geluidseffecten, en af en toe voegt Goldenthal er heel subtiel een blazer aan toe, of laat hij een strijker even zijn gang gaan. Later horen we de blazers triomfantelijk spelen, en Horner is niet ver weg hier. Heerlijke muziek als het monster zich eindelijk laat zien. Wreckage and Rape is een pareltje. Langzaam horen we de strijkers opbouwen, en Goldenthal laat zijn orkest meerdere malen prachtig opwellen. Later horen we, jawel dames en heren, Rock. Misschien moet ik beter zeggen heavy Metal. De elktrische gitaar scheurt door de boxen, en ik zou zweren dat er Afrikaanse vocals doorheen klinken. Heerlijke muziek, experimenteel voor die tijd, vandaag de dag heerlijk te beluisteren. The First Attack begint met een cue die zo uit Alien had kunnen komen. Al snel komt er een orgel doorheen. Je voelt de muziek magnifiek toewerken naar een uitbarsting. Die komt, en wederom laat Goldenthal ware horror klinken, met extreem lage blazers en geluidseffecten die niet hadden misstaan in The Dark Knight. Lullaby Elegy is de meest kalme score van de film, en de piano vormt toch wel een oase van rust op deze score. Dit mag echter niet té lang duren, want al snel komt Death Dance tevoorschijn. Een actietrack die de percussie van Horner’s Alien verwerkt, en later weer de experimentelere kant van de score laat horen. Naast geweldig slagwerk horen we ook enkele geluidseffecten soms het orkest overtroeven. Visit to the Wreckage is weer kalmer, en de patriottische blazers van Alien komen geheel onverwachts terug. De strijkers vormen een fijne aanvulling hierop, en samen bouwen ze op om een emotionelere versie van het Alien3 thema te laten horen. Explosion and Aftermath is te horen in de zenuwslopende finale, en is een traktatie voor de fans van Horner, Goldsmith en Goldenthal zelf. Hij verweeft naadloos alle kenmerken van de Alien-franchise bij elkaar: de percussie uit Aliens, de sterke uithalen van Goldsmith, en zijn eigen, ietwat experimentele stijl. Hierna volgt een emotioneel stuk, waarin de strijkers steeds langer uithalen maken, om vervolgens langzaam te verdwijnen. The Dragon, zoals de gevangene de Alien noemen, is de minste track van het album, maar herbergt toch mooie underscore. The Entrapment is daarentegen weer fantastisch. De spanning word geleidelijk opgebouwd, tot de strijkers het onvermijdelijke aankondigen. Wederom horen we de heerlijke Alien-motieven, bestaande uit blazers, paniekzaaiende strijkers en opfokkend slagspel. Erna horen we de strijkers haast barok spelen, als men denkt de Alien te hebben verslagen. Het echte gevaar is echter nog niet geweken, nee Adagio is een passende, enorme afsluiter.
Het is misschien wel het beste muziekstuk dat Goldenthal ooit heeft geschreven. De violen bouwen subtiel op, je weet dat de finale er aan zit te komen. Er komt een thema naar boven, en Goldenthal houdt zich in, totdat dat thema groots en meeslepend word gebracht door blazers. Een kippenvelmoment, en een passend einde van een geweldige score.
Goldenthal is een jaar bezig geweest met deze score, dat zijn debuut was in de filmwereld. En wat voor een. Het is een experimenteel meesterwerk, en Goldenthal zelf noemde dit een van zijn beste scores. De duistere klanken in de score komen door de situatie die destijds heerste nabij de opnamestudio: ‘Er waren in 1992 enorm veel rellen Los Angeles, vooral in de buurt van de studio.’ zei Goldenthal in een interview dat hij gaf. En hoewel de score nou niet bij iedereen in de top tien staat, hoeft nog niet te zeggen dat het daarom maar vergeten mag worden. Goldenthal heeft met Alien 3 een magnifieke score gemaakt, de beste uit zijn inmiddels toch wel lange C.V.. Het is perfect in balans, leunt niet teveel op zijn voorgangers, en is gewaagd. Al met al een aanrader.