De Amerikaanse thriller Don't Say a Word uit 2001 is geregisseerd door Gary Fleder (Kiss the Girls, Runaway Jury) en gebaseerd op het gelijknamige boek van Andrew Klavan. Deze psychologische thriller is door de critici erg mager ontvangen, maar was in de bioscopen toch behoorlijk succesvol. En terecht, want ook ik vond dit een bijzonder spannende film.
Het verhaal begint 10 jaar eerder met de roof van een kostbare edelsteen door een bende onder leiding van Koster (Sean Bean). Twee bendeleden wilden de steen echter voor zichzelf en gaan er met de steen vandoor. Daarna springt het verhaal naar het heden van 10 jaar later. Op verzoek van een bevriende collega gaat kinderpsychiater Nathan Conrad (Michael Douglas) in gesprek met de jonge vrouw Elisabeth (Brittany Murphy), die in een inrichting is opgesloten. Koster en z'n overige bendeleden komen hier achter en ontvoeren Conrad's dochter, om druk op hem te kunnen uitoefenen zodat hij Elisabeth een getal kan ontfutselen dat zij nodig hebben om de edelsteen terug te kunnen vinden. Dan vertelt Elisabeth hem wat ze zich nog herinnert van de moord op haar vader van jaren geleden. Hij was een van die twee bendeleden, zij was getuige en heeft de dader herkent...
De score bij deze thriller is van Mark Isham. Hij heeft er een beladen muzikale ervaring voor gecomponeerd. Isham had al de nodige ervaring opgedaan met thrillers die zich voornamelijk afspelen in een stadse omgeving en deze film borduurde voor hem voort op hetzelfde stramien, waardoor hij als het ware een beetje in die flow kon blijven hangen.
De film is een psychologische thriller in zo'n urban omgeving en de muziek heeft een sfeer en kleuring die daar uitstekend bij aansluit. Een flink deel van de muziek op dit niet al te lange album van goed dertig minuten valt eigenlijk een beetje onder de noemer thrillerachtige soundscape. Met weinig middelen wordt de muziek ingekleurd met vaak wat eentonige underscore-klanken, die wat voortkabbelen zonder verder tot enige ontwikkeling te leiden. Af en toe past Isham dan wat spannende motieven toe, maar veelal blijft de muziek vrij vlak.
Veel van die soundscape heeft een elektronische basis, die hier vooral is neergelegd door Isham's collega Jeff Beal, die meer een specialist is in het produceren van elektronische klanken en kleuringen.
De score opent met de track 'The Heist', waarbij die elektronische klanken gelijk naar voren komen. De muziek wordt daarbij ondersteund door de nodige rock-invloeden van elektrische gitaren en drums. Daarbij wordt dit ondersteund door andere percussie en aparte elektronische effecten. Het is een van de meer up-tempo tracks, met een behoorlijk donkere, wat grimmige kleuring.
Na deze toch wel enerverende track volgen een aantal tracks met een sfeer die meer in het al eerder genoemde soundscape past. De muziek wordt dan rustiger, maar kabbelt eigenlijk teveel voort op vooral elektronische klanken. Positief is dan weer dat Isham regelmatig wat lichte koorklanken toepast, die dan aan de muziek een speciale sfeer geven. Vaak zijn die klanken wat ijl of afstandelijk, waardoor de muziek aanzienlijk meer geladenheid krijgt. Soms klinken die koorklanken veel warmer, wat gelijk een veel aangenamer effect heeft. Deze toevoeging van koorklanken heeft zonder meer een behoorlijk positief effect op het geheel van de score, vooral meer naar het einde van het album.
De piano is het belangrijkste akoestische instrument op de score en de solo pianoklanken benadrukken de positieve kant van het filmverhaal en begeleiden vooral de jonge vrouw en Conrad's gezin. Daarbij spelen ook die koorklanken weer een belangrijke rol. Hoe meer die pianoklanken gecombineerd worden met koorklanken, hoe fraaier de muziek gaat klinken. Met name in de afsluitende track speelt die piano een belangrijke en vooral ook positieve, opbeurende en hoopgevende rol, maar samen met de koorklanken ontwikkelt de track zich tot een van de fraaiste uit Isham's carriere. Daarmee sluit het overwegend thrillerachtige album af met een duidelijk positief gekleurde track, met een bijzonder fraai harmonisch en symfonisch arrangement. Na een nogal geladen, duister en vaak grimmige score met veelal een nogal hoog underscore gehalte geeft deze afsluiter toch nog een opgelucht gevoel aan het einde van een wat magere luisterbelevenis.
Kortom, met Don't Say a Word heeft Mark Isham, met hulp van Jeff Beal, een overwegend soundscape-achtige score gecomponeerd met een hoog thrillergehalte. De vele wat vlakke tracks kennen wel af en toe de nodige fraaiere momenten, vooral wanneer de piano ingezet wordt of wanneer koorklanken worden toegevoegd. Maar toch blijkt steeds weer dat passende muziek voor een thriller meestal niet leidt tot een aangename luisterervaring los van de film. De laatste track op dit album is dan eigenlijk de goedmaker. En het moet gezegd worden dat deze track zonder meer in staat is om erg veel goed te maken, want je sluit de score af met een warm gevoel van hoop en verwachting. Toch is het objectief gezien ruimschoots te weinig om de waardering naar een hoger niveau te tillen. Die blijft dan ook hangen op 61 uit 100 punten.