Na de vele verfilmingen en herwerkingen van de oh-zo-bekende Shakespeare-tragedie over “two star-crossed lovers”, vond Hollywood het hoog tijd eens andere tragische liefdeshistorie vanonder het stof van de donkere Middeleeuwen halen. De keuze viel op Tristan en Isole, een verhaal dat bij velen wel ergens vaag een belletje doet rinkelen, maar vaak ook niet meer dan dat.
De Keltische sage (en in de 12de eeuw neergepend door de Franse dichter De Béroul – al mijn cursussen Franse Letterkunde dienen toch nog ergens voor!) vertelt het tragische verhaal van – je raadt het nooit – Tristan en Isolde die, nadat ze per ongeluk uit een “liefdesbeker” hebben gedronken, stapelverliefd op elkaar worden. Probleempje: Isolde is verloofd met koning Mark (oom van Tristan)… Enfin, het loopt allemaal niet erg rooskleurig af en er moeten op het einde weer heel wat begrafenissen geregeld worden.
Hollywood lijkt heel lang het verhaal links te laten liggen hebben (misschien omdat het concept van “two households both alike in dignity in fair Verona” net iets “waarschijnlijker” lijkt dan een “liefdesbeker”). De film zelf is ook nogal onopgemerkt in onze zalen voorbijgegaan (moest het onderwerp me niet interesseren, had ik waarschijnlijk nooit geweten dat er een film van gedraaid was). Een beetje raar dat hij hier met moeite gepromoot is, ondanks de (niet onaangename) aanwezigheid van James Franco, rijzende ster Sophia Myles en Rufus Sewell. Waarschijnlijk zaten de lauwe reacties van de Amerikaanse pers en publiek er wel voor wat tussen…
Voor de muziek heeft regisseur Kevin Reynolds gekozen voor Britse componiste Anne Dudley, vooral bekend voor haar indrukwekkende werk in American History X. Ik keek heel erg uit naar de score. Het verhaal heeft alles om mooie muziek op te leveren: romantiek, tragiek, sfeer, hier en daar een gevecht…
Ik moet toegeven dat ik aanvankelijk vrij ontgoocheld was. In sommige tracks zit romantiek (het erg tedere “A Love so Alike”, “Secrets in the Woods”, “My Face in Thine Eye”), in andere tragiek (het melodramatische “A King’s Service”), hier en daar is er ook wat Ketische sfeerschepping (“A Different Land”, “The Tournament”), en in nog andere wat actie, maar het geheel op zich blijft verbazend aan de oppervlakte, met veel slaapverwekkende onderscore. Bovendien moet er voor de uiteindelijke opname niet veel geld meer over geweest zijn. Vooral de meer “actie-stukken” (“Ambush in the Forest”, “Warriors Begin”, “The Drawbridge is Lowered” en “Tristan’s Final Stand”) zijn ronduit pijnlijk om te horen. De muziek is duidelijk voor een uitgebreider orkest geschreven en dat was blijkbaar niet in het budget voorzien. De “blèrende” koperblazers geven een zeer onprofessionele indruk. Jammer!
Dit wil echter niet zeggen dat de cd geen goede kanten heeft. De soloviool in “Young Tristan” die na de geheimzinnige onderscore plots doorbreekt, is een pareltje, zacht en gevoelig. “A Different Land” is voldoende opgewekt en hoopvol om even de donkere sfeer van het album te doorbeken. In “Isolde’s Dream” klinkt ineens een bijna jazz-achtig stuk – verrassend en origineel. Het liefdesthema “Love so Alike” (dat hier en daar ook in andere tracks terugkomt en altijd wordt gebracht door piano en/of viool) klinkt gevoelig, teder en ook wel noodlottig, maar ik mis een beetje de grote passie. In “Dangerous Game” duikt een meer exotisch ritme op, wat voor wat afwisseling zorgt (het wordt echter jammer genoeg weer snel door de onderscore ingehaald). “Wedding Cortège” opent als een melig popnummer maar wordt dan bijgestaan door opnieuw meer exotische percussie, nu met strijkers en koper (die hier wel diepte weet te creëren). “My Face in Thine Eye” klinkt mooi romantisch, met vooral veel solo viool, strijkers en harp. “The Tournament” beantwoordt volledig aan de verwachtingen die zo’n titel schept – vrolijke, Keltische “period”-muziek. In “Secrets in the Woods” breekt na heel wat onderscore knap het liefdesthema door. Het album eindigt met het zwaarmoedige “None Can Die”, waarin voor een laatste keer en nu heel traag en droevig het liefdesthema klinkt – een stukje dat me toch wel raakt.
Tristan en Isolde is een moeilijke cd om een uiteindelijk “oordeel” aan te geven. Enerzijds blijft die ontgoocheling knagen (het had allemaal zoveel meer kunnen zijn; alleen al wat extra geld voor de opnames had een enorm verschil gemaakt). Anderzijds heeft de muziek zeker ook haar kwaliteiten. Dudley mag dan wel niet het meest meeslepende liefdesthema ooit geschreven hebben, in zijn eenvoud is het effectief.
Het album wordt geplaagd door de nodige onderscore, maar filmmuziekfans die zich hier niet door laten afschrikken, zullen hier en daar, na enkele luisterbeurten, erg mooie en verrassende stukjes weten te ontdekken…