‘Film Music Of Hans Zimmer’ brengt de luisteraar de beste nummers van componist Hans Zimmer ter ore en speciaal voor die gelegenheid is gekozen voor het ‘City of Prague Philharmonic Orchestra’ en het ‘Crouch End Festival Chorus’, niet de minste in het vakgebied van de klassieke muziek.
De eerste cd opent met een suite van ‘Gladiator’, toch wel hét meesterwerk van Zimmer. Dit keer geen synthesizers, maar zuivere muziek. Wat gelijk opvalt is de prominente plek die voor het koor is weggelegd, maar helaas gaat het vaak niet verder dan ‘ha-ha-ha’. De koperblazers hebben de rol van de synthesizers overgenomen, waardoor het geheel zuiverder, maar ook drukker klinkt. De suite wordt in zijn meerderheid gedomineerd door klanken uit “The Battle”, maar dan dus zuiverder. Na deze lange suite volgt “Now We Are Free”, ook uit ‘Gladiator’. Een Caribisch klinkend trommeltje domineert het nummer, achter het wederom op de voorgrond geplaatste ‘koor’, al klinkt de – ik neem aan – alt hier minder dan Lisa Gerrard. Een rustige track, die je toch niet in de score voor ‘Gladiator’ zou plaatsen – door het trommeltje. Het geheel is goed, meer valt er niet te zeggen.
Na “Now We Are Free” komt “The Village” uit Zimmers befaamde ‘The Thin Red Line’. Een snel crescendo ontvouwt zich en bouwt op naar het thema van dit nummer. Hier is meer plaats voor de strijkers dan in de ‘Gladiator’-suite. Langzaam komt het Caribische trommeltje naar voren – dit keer bijna als geweervuur – zij het op de achtergrond. Een tot het einde sterke track, maar die misschien net iets te lang duurt.
Na “The Village” volgt de “Main Title” van een al wat oudere score, ‘Thelma & Louise’. Mondharmonica en gitaar zetten een westers, plattelandsfeertje neer, met strijkers op de achtergrond. De drums versterken dit effect. Met meer fragmenten uit oudere scores op dit album blijkt maar weer eens hoe Zimmer zich heeft ontwikkeld als componist.
Na ‘Thelma & Louise’ volgt het meest recente werk op dit album, ‘The Da Vinci Code’, met – natuurlijk – “Chevaliers De Sangreal” en, wat minder voor de hand liggend, “Kyrie For The Magdalene”. “Chevaliers De Sangreal” doet in deze versie af aan hoe Zimmer het ooit gemaakt heeft: een opbouwend en in het begin zacht crescendo, die de track door opwerkt naar een climax van de sopraan. Daar is hier geen sprake van: de strijkers zetten in het begin al te hard in. Gedurende de track voegen de cello’s, de tweede violen en meer strijkers zich bij het gezelschap. Het gaat allemaal nog. Maar dan komt het koor opzetten. Door het op de voorgrond te plaatsen, klinkt het ‘ha-ha-ha’ slap. In het origineel klinkt het nog als ‘Ma-ri-a’, maar daar is hier niets van over. De sopraan die bijna ‘boven iedereen uit stijgt’, is te zwak en het effect valt weg. Over “Kyrie For The Magdalene” valt niet zo veel te melden, het is mij een raadsel waarom voor deze track gekozen is, maar het is desondanks perfect uitgevoerd.
Het eerste echte werk van Zimmer volgt dan: ‘Rain Man’. “Las Vegas” trapt af. Weer een (heel vaag) crescendo bouwt op, maar het komt abrupt tot een einde als je je als luisteraar dood schrikt van de drums. Rockmuziek, bestaande uit drums en keyboard, is compleet misplaatst in het sfeertje wat door alle voorgaande tracks werd neergezet. Als ook nog een soort ‘happy-together’ jazzachtig koor zich toevoegt, is enige cohesie met de rest van het album verdwenen. Desondanks klinkt het opzichzelfstaand niet slecht. Ook een saxofoon meldt zich present aan het einde van het album. Het echte thema van ‘Rain Man’ komt in de tweede track, “Main Theme”. Keyboard en slagwerk brengen de intro, panfluit brengt later een mooi thema. Echter een vrij slappe track, waar de panfluit achterblijft bij de rest.
Dan volgt “Main Title” van ‘Days Of Thunder’. Uit ‘Rain Man’ en ‘Days Of Thunder’ blijkt dat het ‘City Of Prague Philharmonic Orchestra’ waarschijnlijk allerlei muzikanten uit den vreemde heeft moeten vragen, want allerlei onalledaagse instrumenten die normaliter niet in een orkest worden gevonden, spelen de melodieën. ‘Days Of Thunder’ is niet een hele speciale track, wederom met drums en keyboard. Wederom valt op hoe Zimmer zich heeft ontwikkeld (‘Rain Man’ en ‘Days Of Thunder’ zijn al wat oudere scores).
Dan volgt “Heart Of The Volunteer” uit ‘Pearl Harbor’. Mooi koor brengt wederom ‘ha-ha-ha’ gezang. De trompet zet een legersfeer neer en overtuigd. Later voegen de strijkers zich bij de percussie en het koor. Ook een piano meldt zich. Het roept toch wel enkele beelden op bij de luisteraar.
De “Suite” van ‘The Last Samurai’ is zeker een vermakelijke suite, met goed uitgevoerde thema’s van de film. Gelukkig zijn, naast de synthesizers, de Oosterse instrumenten niet weggegaan. Hieruit blijkt hoe veelzijdig de score van ‘The Last Samurai’ is (en daarmee Zimmer), maar ook hoe hij veranderd is als componist.
“Roll Tide” uit ‘Crimson Tide’ opent de tweede cd. Het koor wordt wederom naar de voorgrond verplaatst, terwijl het meer op de achtergrond thuishoort. Een soort ‘strijd’ ontstaan dan binnen het nummer zelf, wat zeer rommelig aandoet. De track roept op sommige momenten beelden op uit andere tracks van Zimmer. Harde percussie ondersteunt de andere muzikanten. Een andere track uit ‘Crimson Tide’ is “Eternal Father, Strong To Save”, een track die lijkt op “Kyrie For The Magdalene”: gezang, maar (haast) zonder begeleiding. Dit keer wordt er echter in Engels gezongen.
Daarna volgt “Restless Elephants” van ‘Green Card’. Ik had er nooit van gehoord. Drums en keyboard spelen wederom het hoofdthema, ondersteund door strijkers, wat doet vermoeden dat het een wat oudere score is. “Walking Talking Man” van ‘Regarding Henry’ is ook een wat oudere score, vermoed ik. Een enigszins vreemde track, naar mijn smaak.
Dan volgt de eerste echt misstap op het album: “Eptescius” uit ‘Batman Begins’. Newton Howard heeft zijn sporen in het nummer achter gelaten en het is dus enigszins vreemd waarom dit er is. Het klinkt allemaal slapper dan het origineel, wat veel leunde op het gebruik van synthesizers.
“Vide Cor Meum” uit ‘Hannibal’ past perfect in het plaatje van een orkest wat vooral klassieke muziek speelt. “You’re So Cool” uit ‘True Romance’ is een vrolijke track, met (lichte) percussie die een vrolijk deuntje speelt. Als de zware percussie en strijkers zich toevoegen, wordt de track al meer ‘volwassen’.
“End Title” van ‘Driving Miss Daisy’ had qua naam eerder op het eind geplaatst kunnen worden, al is dat natuurlijk enigszins clichématig. Het thema doet denken aan ‘The Holiday’, met dezelfde soort romantische sfeer.
“Main Theme” van ‘The Rock’ is wat meer actie na alle rust. Koor, strijkers en koperblazers zetten in. Toch valt de grandeur van het origineel weg. Hoewel ik het programma nooit gezien heb, herken ik delen van ‘Expeditie Robinson’. Een heroïsch thema met veel koper, wat naar mijn smaak wat minder is.
Alle tracks tot nu toe gingen nog wel. “The Kraken” doet echter slap af. Teveel koper en te weinig strijkers typeren dit nummer. Ingekort, harde percussie, zwakke strijkers en overdreven blazers en aan kracht ingeboet doet het aan als een zwak hoopje. De “Suite” uit de eerste Piratesfilm doet het dan wel weer mooi, al is “He’s A Pirate” ook gedegradeerd tot een muziekje wat iedere kleuter kan maken. Misplaatste koperblazers nemen de melodie van de strijkers en synthesizers over, waar juist kansen lagen voor de strijkers.
Als afsluiter een enorm uitgebreide versie van “Now We Are Free”, dit keer zonder gezang. Een houtblazer (ben er niet uit welke) neemt die plek over. Erg knap.
Als een soort ‘executive producer’ heeft Zimmer zelf meegewerkt aan dit album. Waarom hij dan sommige aanpassingen heeft kunnen laten doorgaan, is mij een raadsel. Er zitten erg sterke tracks in, maar ook enkele tracks hebben aan kracht ingeboet, met als dieptepunt “The Kraken”.
Het album leunt vooral op koperblazers in de rol van synthesizers. Het koor is te zwak en brengt vaak niet meer uit dan ‘ha-ha-ha’. Ook missen er enkele scores; The Lion King en The Ring hebben beide mooie thema’s. Bewezen is wel dat Zimmer zijn synthesizers gewoon nodig heeft.