Met de economische groei van China komt ook een stroom van Aziatische cultuur die de wereld overspoeld met muziek, kunst en ook film. De Aziatische vechtkunst wordt moeiteloos vermengd met de Oosterse mythologie waardoor films als “Crouching Tiger, Hidden Dragon” en “The House of the Flying Daggers” het levenslicht zagen. Naast de vele films over het communistische gedachtegoed van China wordt deze hybride vorm van actie en Fantasy door velen gesmaakt. Zo kwam in 2005 het epos “The Promise” uit van regisseur Chen Kaige waarin het verhaal wordt verteld van Qingcheng, een meisje dat haar eigen lotsbestemming mag bepalen. Het kind kiest spontaan voor alle rijkdom en schoonheid van de wereld, maar moet in ruil haar liefde opgeven omdat iedere man op wie ze verliefd zal worden zal sterven. De enige remedie om haar belofte ongedaan te maken is de combinatie van een winter die in de lente valt, de tijd die terugkeert en de doden die opnieuw tot leven komen. Een hele boterham dus, maar het naïeve meisje ziet haar rijkgevulde toekomst rooskleurig in. Wanneer ze echter verliefd wordt op generaal Guangming die haar redt van een snode koning, beseft ze pas dat haar keuze toch niet echt zo doordacht was. “The Promise” zit vol mythische verwijzingen; niemand is wie hij of zij lijkt te zijn, er zijn een hele hoop identiteitsverwisselingen, kwaadaardige warlords en de sporadische goddelijke inbreng wat onherroepelijk leidt tot een deus ex machina; kortom, een nodeloos ingewikkeld verhaal met schitterende kostuums en de nodige levenswijsheden.
Hoewel “The Promise” kan rekenen op schitterende acteerprestaties, adembenemende landschappen en vaak slim bedachte plotlijnen, verdrinkt de film echter in de vaak slechte en amateuristische special effects. Toch werd de film genomineerd voor een Golden Globe voor beste buitenlandse film en werd kosten noch moeite bespaard om de film van een orkestrale score te voorzien. Opmerkelijk werd gekozen voor de jonge componist Klaus Badelt uit de Media Venture stallen van componist Hans Zimmer. Badelt werkte mee aan de soundtrack voor Riddley Scott’s “Gladiator” en mocht al enige solo-ondernemingen op zijn CV vermelden waaronder de muziek voor “Poseidon”, “The Time Machine” en meer recentelijk “Pirates of the Carribean”, waarbij duidelijk Zimmer’s invloed merkbaar aanwezig was. Voor “The Promise” gooit Badelt het over een heel andere boeg. Hij bant de synthesizers grotendeels en mag gebruik maken van het prestigieuze China National Symphony Orchestra en samenwerken met orchestrator Robert Elhai. Het resultaat is een grootse, symfonische soundtrack met mooie thema’s die af en toe even lijken te verdrinken in de gelaagde arrangementen.
De cd start vreemd genoeg met de end credits. Hiervoor recruteerde Badelt de Chinese zangeres Hang Yue; een opmerkelijke keuze allerminst die vooral voor Europese oren wat vreemd aandoet. Toch is het een sterke start van het album. Hierna geeft de componist een opsomming van zijn gebruikte thema’s. Het hoofdthema “Wuji” start met een mooie solo voor de Di Zi fluiten. De sobere orkestraties vallen hierbij op. De strijkers hebben een knappe begeleidende rol en dragen het orkest naar een eerste hoogtepunt. De melodie is erg uitgesponnen en wordt statig en langzaam gebracht wat een zeker tragisch gevoel met zich meebrengt. Het liefdesthema exalteert dan weer in de oosterse spielereien die Badelt introduceert. Ook de fluiten spelen weer een glansrol. Opvallend is het aangename thema dat mooi en melodieus klinkt. Misschien mist het wel enige originaliteit maar de erg eenvoudig aandoende melodie en het trage ritme dragen bij tot een gemakkelijke luisterervaring die zowel filmmuziekfan als het grote publiek kan bekoren. De volgende vier muziekstukken bestaan uit de thematische uitwerkingen voor de vier hoofdpersonages. De slaaf Kunlun krijgt een opmerkelijk melodieus en wijds thema met een emotionele, orkestrale uitbarsting. De strijkers primeren hier en bieden een aantal mooie toetsen voor cello. Qingcheng daarentegen krijgt een erg ingehouden thema dat haast Westers aandoet met aangename hoornspel en opnieuw de violen. De generaal Guangming krijgt een militair thema met een wel erge gelijkenis naar vroeger Zimmer materiaal uit “The Rock” of “The Last Samurai”. Schetterende kopers, tollende strijkers die zo zijn weggelopen uit Shore’s composities voor “The Return of the King” zetten er een stevig tempo in. De laatste figuur die wordt belicht is de (niet onknappe) slechterik van dienst Wuhuan, een warlord avant la lettre die een opmerkelijk ingehouden en zacht thema krijgt toegeschreven. Opmerkelijk is het feit dat de vier symfonische suites een mooie en sluitend geheel vormen en perfect bij elkaar passen. Ze vormen ook het hoogtepunt van deze soundtrack.
De uiteindelijke filmmuziek start met het schitterende “Princess Kite” waar de verschillende thema’s door elkaar lopen en er een fantastische vioolsolo is geïncorporeerd die het nummer erg emotioneel en virtuoos inzet. Wanneer Kunlun de prinses Qingcheng redt, volgt er een prachtige en grootse finale die de thema’s uit “The Promise” in al hun glorie laat klinken. De schitterend in beeld gebrachte scène vormt samen met de muziek een adembenemende belevenis. Let vooral op de mooie, oosterse toetsen die sporadisch worden aangebracht met traditionele instrumenten. Het betrekkelijk eenvoudige thema zal sommigen misschien voor de borst stuiten, hoewel Badelt het er beter van afbrengt dan sommige van zijn collega’s dezer dagen. De muziek vervolgt met het weinig interessante “The Promise”. De thematiek uit de vorige nummers wordt er in herhaald en de cue valt vooral op door zijn solo voor viool ingespeeld door Li Chuanyun. Ook de percussie eist in het tweede deel van het nummer alle aandacht op. Hierbij valt de muziek soms wel een beetje door de mand. De veeleisendheid van de arrangementen vormt soms een kakofonie van klanken die soms eerder op lawaai dreigt uit te draaien dan een goedgevormd muziekstuk. Gelukkig brengt “Snow Country” soulaas. Het is een goed geconstrueerde track met de nodige pathos. In het begin spelen de synthesizers een belangrijke rol maar ze zijn zeker niet storend en geven de vioolsolo een voller geluid mee. Qua emotie zit dit nummer op kruissnelheid. Zeker voor wie de film heeft gezien zal dit één van de meer memorabele momenten zijn die je zeker zal koesteren. Heel knap.
“The Robe” duurt 8 minuten. Dat is het meest noemenswaardige dat kan worden vermeld over dit nummer. Het is filmmuziek pur sang met een variatie van thematische ideeën en een heen en weer getrek van stijlen; Aktie, romantiek en drama worden in een oosters sausje gepresenteerd. Vooral het begin van het nummer is erg knap. “Save The King” bezit de nodige uptempo om je even wakker te schudden. Daarnaast sijpelt ook het hoofdthema systematisch doorheen de andere melodieën om je met een vleug schoonheid te verbazen. “Guilang, The Assassin” is het vijfde personage dat wordt belicht. Vreemd dat deze track niet in de suite werd toegevoegd. Zware percussie en mooie etnische instrumenten vormen hier de basis. Het hoofdthema en liefdesthema worden aangereikt in “Saving the Princess” en ook de militaire ritmes worden opgedist. “Feather Fight” is wat banale actiemuziek die niet echt kan boeien en zoals reeds vermeldt, kan er hier wel een déjà-vue moment optreden.
“Waterfall” en “Stampede” zijn actiegericht en zijn iets minder thematisch uitgewerkt. Veel getrommel blijft hierbij vooral opvallen. De muziek wordt op dit moment soms wel eens een sleur, wat vooral te wijten is aan een slechte opbouw van het album zoals reeds eerder het geval was met het album voor “Children of Dune” waar Varasé de goede cues vooraan en achteraan het album plaatste waardoor het middendeel een stuk minder interessant leek. Deze soundtrack lijdt onder hetzelfde syndroom. “Come Back” en “Bird Cage” maken alles echter goed en poneren een romantisch thema en zachte arrangementen in een mooie en vloeiende melodie. Heel knap! Het laatste stuk is “Wuhuan’s Plan” is duurt maar liefst 10 minuten en brengt opnieuw heel wat thema’s samen in een suite die niet echt een hoogtepunt bereikt wat erg jammer is. Dat wil echter niet zeggen dat de 10 minuten tijdsverlies zijn. Integendeel zelfs! Het vormt in de eerste plaats een mooie synthese en biedt aangename muziek met de nodige bombast dat wordt afgewisseld met zachtere passages voor de fluiten en de strijkers.
“The Promise” is een aangename luisterervaring. In het midden van het album zakt het tempo wel even en kan het album even een sleur worden. Gelukkig maakt het einde van de soundtrack veel goed. Badelt heeft een mooie compositie afgeleverd die vooral thematisch erg goed geslaagd is. De uitwerking laat soms eventjes te wensen over, maar gezien de geringe projecten waarbij Badelt is betrokken kan men dit euvel door de vingers zien. De soundtrack is een moedige en vooral heroïsche verwerking van niet al te originele ideeën over een Chinese mythe. Wie de film bekijkt zal zeker worden verwonderd door de soms erg knappe fragmenten muziek. Of dit op album ook werkt is nog de vraag. “The Promise” steekt zeker boven de middenmaat uit, maar is vooral gemakkelijke en eenvoudige muziek. Ideaal om je vrienden te imponeren met pompeuze en herkenbare muziek!