Na het fenomenale “Sin City” van regisseurs Frank Millar en Robert Rodriguez, staat Millar er in “The Spirit” alleen voor. De man heeft duidelijk uit zijn ervaringen geleerd, want dezelfde fenomenale sfeer wordt gecreëerd in zijn nieuwe prent. Voor de muziek deed de man beroep op David Newman. Ik kende Newman enkel maar van zijn sprookjesachtige scores voor animatiefilms als “Anastasia” en “Ice Age”. In “The Spirit” mocht de man een heel andere kant van zijn kunnen tonen. Net als “Sin City” - een blijvende en noodgedwongen referentie me dunkt- ademt de score een flinke “film noire”-sfeer uit. Het jazzy koperwerk is een blijvende herinnering aan de stijl die John Debney bedacht voor “Sin City”. Newman voegt er wonderwel een mondharmonica aan toe, die dan weer doet denken aan Ennio Morricones westerndeuntjes en verbindt zijn onheilspellende motiefjes met tollende strijkers en vreemde, twinkelende geluideffectjes die verdacht veel doen denken aan Danny Elfman in zijn Spiderman-trilogie.
Het hoofdthema start in de donkere basregionen van het orkest. Lage strijkers, diep koper en de frappante harmonica doen hun intreden aan het begin van de track, maar lossen daarna op in de typische tollende Elfman strijkers. Het orkest verdient een pluim voor de puike prestatie die het levert. De mix van Fred Vogler is adequaat en doortastend. Newman legt vooral de film noire accenten met zijn samenspel tussen harmonica en trompetten. Het uiteindelijke thema voor het hoofdpersonage moet niet onderdoen voor andere duistere thema’s zoals gecomponeerd voor Batman of Spiderman. Het is een dijk van een thema dat uiterst herkenbaar is, maar jammerlijk niet genoeg wordt geïntegreerd in de verdere score. Het veel te korte “Lorelei ‘Angel of Death’” doet dan weer denken aan “Perfume: the Story of a Murderer”. De schitterende stem van Diana Newman krijgt maar enkele seconden de tijd om zich te bewijzen. Hele jammer! In “Enter Silken Floss – Octopus Kicks” krijgen we de eerste echte verwijzing naar Debney’s muziek voor Sin City. De jazzy melodie wordt heerlijk gebracht door de brommende trompetten en het pruttelend koperwerk. De sfeer wordt doorgezet in de volgende twee nummers, maar verzandt uiteindelijk in degelijke, maar weinig interessante en vaak semikomische underscore, dat soms op het randje balanceert van het onluisterbare. En dat is best jammer. Vooral een metalig klikken is soms ronduit irritant.
In “Spirit Reflects” krijgt de harmonica voor het eerst een glansrol toebedeeld. Het klinkt alleszins heel melancholisch en bijgestaan door het orkest wordt deze emotie vertienvoudigd. Heel knap georkestreerd door Greg Jamrok. “Egg on my Face” start wat ongelukkig, krijgt nog eens een gillende elektrische gitaar te verwerken om daarna uit te monden in een zacht en lieflijk themaatje voor piano met ijle strijkers/synthesizers en een knap motiefje. Uiteindelijk eindigt de track met een intens dreigende elektrische gitaar solo en een opgefokt orkest. Het is zo’n track waar je kop noch staart aan krijgt, maar die je uiteindelijk meermaals wil beluisteren en herbeluisteren voor haar bevreemdend karakter. Pas in track acht “Sand/Octopus Liar” wordt eventjes het hoofdthema weer aangehaald met zijn tollende strijkers en beklijvend koperwerk. Het komische intermezzo in “I’m Sorely Disappointed” doet opnieuw erg vreemd aan en weet niet echt te boeien met haar plotse uithalen voor koper en de opnieuw tikkende percussie. In “Spirit Finds Sand/Falling/Hung Up” komen de typische Elfman-eske, ritmische bewegingen opnieuw terug. De sluimerende trompetten en harmonica geven het geheel een jazzy tint mee. Geheel onverwacht komt “Plaster and Paris Dance” en “Spirit and Plaster Run” dat doet denken aan een combinatie van een militaire mars, de Bolero van Ravel, een Spaanse Flamenco en een jazzy jaren ’30 nummer. De combinatie lijkt haast onvatbaar en ontzettend onlogisch en toch klinkt het geheel wonderwel samen. Een pluim voor Newman, die een knappe, maar niet zo luisterbare compositie schreef. In “Lorelei, You are Mine/Spirit Wants” mag de sopraan haar opwachting maken… Toch voor heel eventjes, want ze wordt onderbroken door een, op zijn zachts te zeggen,dramatische interlude voor de strijkers waarna de componist teruggrijpt naar de haast magische sfeer van zijn vroegere scores. En kort spanningsopbouwend intermezzo wordt gelukkig verbroken door een fantastisch mooie vioolsolo die melancholisch en triest door je boxen schalt, en onverwacht doet denken aan het thema van “The Village”. Een waarachtig mooie track, zonder meer en het hoogtepunt van de soundtrack! Na wat underscore wordt het tempo van de soundtrack opgedreven. “Shootout” is een heerlijke actietrack vol lekkernijen om je vingers bij af te likken. De tollende Elfman strijkers, de knappe Morricone harmonica en de dreunende percussie vormen samen een heerlijk, opzwepend geheel. “Octopus Buys It” is dan jammerlijk heel wat minder. De track klinkt vreselijk chaotisch en is niet echt genietbaar. In “Spirit Kisses Sand” mag Randy Kerber nogmaals opdraven voor een triest en melancholisch pianospel dat in crescendo opbouwt tot een vol symfonisch geluid dat prachtig als afsluiter dient. Heel knap! De track loopt vloeiend over in de apotheose “It’s You i Love/She Is My City” waarin alle thema’s van Newman nogmaals worden verwerkt in een knap en vooral jazzy geheel!
Hoewel “The Spirit” geen al te eenvoudige luisterbeurt toekomt, is de soundtrack toegankelijker dan “Sin City”. Dat komt door de mooie thematiek die David Newman aan de dag wist te leggen. Ook het gebruik van een groot orkest doet wonderen. “The Spirit” is een samenhang geworden van heldenmuziek, aangevuld met een portie romantiek, duistere spionagemuziek en jazzy ritmes en uithalen. Een paar tracks zijn het skippen waard, omdat ze enkel moeilijk genietbare en weinig interessante underscore brengen. Daarnaast componeerde en dirigeerde Newman een heerlijk fantasievolle en expressie score die tot één van zijn beste schrijfselen behoord. “The Spirit” is ronduit genieten om daarna evenzeer te verbazen om uiteindelijk te ontsporen in een heldhaftige samenspel van virtuoze solisten en groot orkest. Wie van “Spiderman” hield, maar de muziek nog ietsje te braaf vond, zal in deze aangename soundtrack zeker zijn gading vinden. Een heel verdienstelijke score van een getalenteerde componist!