Dit is de veertiende recensie uit de Trevor Jones serie.
Vorige:
ChaosVolgende:
Runaway TrainDe Amerikaanse film
Labyrinth is een fantasy-film die geregisseerd is door Jim Henson en is gebaseerd op ontwerpen en ideeën van Brian Froud, met wie Henson al eerder samenwerkte voor de film The Dark Crystal. Het verhaal is voornamelijk geschreven door Terry Jones. In de film spelen maar een paar echte mensen; de rest van de rollen wordt ingevuld door poppen uit de uitgebreide poppenstal van Henson, die vooral bekend is van de Muppets. De film werd redelijk ontvangen in de pers, maar was een flop aan de kassa's van de bioscopen, waardoor de vier jaar later overleden Henson nogal ontgoocheld raakte. Van de film is ook een game-versie uitgekomen.
Het verhaal draait om de vijftienjarige Sarah Williams (Jennifer Connelly), die in een park zit te lezen in een magisch boek, tot ze opschrikt en bedenkt dat ze op haar kleine halfbroertje Toby moet passen omdat haar vader en stiefmoeder uit eten gaan. Ze komt erachter dat Toby haar lievelingsbeer gepakt heeft en ze ergert zich aan zijn voortdurende huilen. Daarom wenst ze dat hij door de goblins uit haar boek zou worden meegenomen. Dan blijkt dat ook nog te gebeuren en verschijnt zelfs goblinkoning Jareth (David Bowie) aan haar, die haar vertelt dat ze Toby in z'n kasteel kan ophalen. Sarah gaat met hem mee en belandt zo in een wonderlijke wereld, vol vreemde gebeurtenissen en doolhoven...
De muziek voor deze film bestaat voor een deel uit songs en voor een (veel groter) deel uit de score van Trevor Jones. Voor de songs was David Bowie verantwoordelijk. Jones en Bowie hebben elkaar daarvoor opgezocht in Bowie's riante onderkomen in Zwitserland. Samen met regisseur Henson hebben ze daar besproken hoe de muziek voor de film moest klinken en hoe de songs van Bowie en de score van Jones zouden integreren in tekst en muziek. De songs van Bowie werden het uitgangspunt en Jones kon zich daar vrij gemakkelijk op aanpassen.
Op het album zijn vijf songs van Bowie opgenomen, die allemaal die typische, tamelijk elektronische Bowie-sound uit de tachtiger jaren van de vorige eeuw laten horen. Twee ervan zijn op single uitgekomen, maar geen grote hits geworden. Van die vijf zijn er twee songs die wel aardig zijn en een meer ballad-achtige kleuring hebben. 'As the World Falls Down' is zo'n ballad. Ook 'Within You' is als song zeker heel aardig, maar donkerder gekleurd en laat iets van de obsessie van het personage Koning Jareth voor de vijftienjarige Sarah doorklinken in tekst en muziek.
De track 'Magic Dance', die ook als single is uitgebracht, heeft een veel vlotter tempo en is meer een soort gezongen dialoog tussen Jareth en zijn goblins. Het is op zich een prima song, maar je moet er wel wat van houden, vooral ook van de stemeffecten. Dan is er de song 'Chilly Down', die gezongen wordt door de stemmen die in de film voor de poppen van de vuurbende of Firey Gang ingezet worden. Het is een tamelijk funky reggae-achtige song, met een minder aantrekkelijke melodie, terwijl de stemmen aan de muppets doen denken, die ook gewoon door elkaar heen praten of geluiden maken. Verreweg de minste song en zelfs de minst fraaie track op het album.
Het album opent met een aangepaste instrumentale, nogal elektro-poppy versie van de song die het album afsluit. Deze afsluitende 'Underground' past qua tekst prima in de film, maar de zang is toch wat apart. Bowie maakt hier gebruik van een groot gospelkoor, samen met bekende namen als onder anderen Luther Vandross en Chaka Khan. Ook deze song is als single uitgebracht en een bescheiden hit geweest.
De instrumentale muziek is van Trevor Jones, die een elektronische score optuigde, min of meer in lijn met de songs van Bowie. Het was overigens de bedoeling van Jones om later nog de nodige orkestrale muziek toe te voegen, maar dat is er nooit van gekomen, omdat de producer en de regisseur het niet nodig vonden. Het resultaat is een volledig elektronische score, met de nodige rock-invloeden van elektrische gitaren, drum-pads en zelfs een saxofoon, waardoor de songs van Bowie en de score van Jones goed op elkaar aansluiten.
De verschillende synthesizers spelen de hoofdrol in de muziek van Jones, die in diverse variaties te horen zijn.
De thematiek van de verschillende melodieën sluit heel behoorlijk op elkaar aan en komt ook in een flink aantal tracks terug. Daarbij is een track als 'Into the
Labyrinth' vooral wat donker van kleur, met een meer spannend arrangement, waarin ook tamelijk funky loopjes voorkomen. Maar 'Sarah' is een veel prettiger track, waarin de melodie van de song 'As the World falls Down' terugkomt, een melodie die overigens ook in de track 'Hallucination' te horen is. Daarin speelt het hoofdthema echter een belangrijker rol, die door de saxofoon benadrukt wordt. Ook de elektrische gitaar speelt hier overigens een fraaie rol.
'The Goblin Battle' is een nogal aparte track met grillige klanken en jankende gitaren, als een soort elektro-poprock, waarbij chaotische klanken van diverse synthesizers elkaar afwisselen. Daarbij geeft de muziek tegelijk een nogal simplistische indruk, waardoor dit een behoorlijk tegenvallende en onaangename track is.
Ook de track '13 O'Clock' is nogal grimmig gekleurd. In de film staan hierin Jareth en Sarah tegenover elkaar en gaan ze de onderlinge strijd aan. Dat gebeurt ook in de muziek, waarin de thema's voor Jareth en voor Sarah afwisselend en door elkaar te horen zijn. Pas tegen het einde komt het hoofdthema in een mooie uitbundige versie terug als een soort overwinningsmuziek.
De laatste track van Jones is getiteld 'Home at Last' en laat nog eens alle themamelodieën de revue passeren. Dit wordt fraai ingetogen gespeeld op synthesizers en elektrische gitaar, waarbij die laatste in een nogal akoestische modus getokkeld wordt. Daarmee is dit toch wel een van de fraaiere tracks van het album geworden.
Kortom, met
Labyrinth hebben zowel David Bowie als Trevor Jones een nogal gedateerde score afgeleverd, die met z'n elektro-pop perfect past in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, toen de elektronische muziek volop in ontwikkeling was. Tegenwoordig is er weer een zekere hang naar die nostalgische tijden, waarbij zowel ouderen als jongeren aanhaken. Maar of dit album daarin mee kan liften is de vraag. Daarvoor klinkt de muziek in een aantal opzichten eigenlijk toch wat te expirimenteel. Een paar tracks hebben een beetje een psychedelische kleuring die niet zo prettig in het gehoor ligt. Ook de spannende muziek klinkt minder prettig, wat niet alleen voor een paar scoretracks geldt, maar ook voor een paar songs. Toch hebben zowel Bowie als Jones best een paar fraaie tracks gecomponeerd en die halen de waardering nog op naar 62 uit 100 punten.