De Amerikaanse boekverfilming
White Oleander is geregisseerd door Peter Kosminsky, die hoofdzakelijk films voor TV maakt. Dit is een van zijn weinige uitstapjes naar het witte doek. De film is goed ontvangen, maar toch geen groot succes geworden.
Het verhaal wordt verteld door Astrid (Alison Lohman). Zij is de dochter van Ingrid (Michelle Pfeiffer) en is zonder vader opgegroeid. Maar haar moeder is nogal egocentrisch en dat heeft Astrid's jeugd nogal beïnvloed. Ingrid woont samen met Barry, een groffe en seksistische man, die haar bedriegt met andere vrouwen. Als Ingrid daar achter komt gebruikt ze witte oleander, een erg giftige plant, om hem om het leven te brengen. Maar ze wordt gearresteerd en verdwijnt achter de tralies. Astrid wordt ondergebracht bij een pleegouder, maar dat loopt nogal dramatisch af en ze komt in een tehuis terecht, waarna ze weer naar een andere pleegouder gaat. Samen met deze Claire gaat Astrid op bezoek bij haar moeder in de gevangenis. Daar heeft Ingrid een grote invloed op de wat naïve Claire, met grote gevolgen, ook voor Astrid...
De score is van Thomas Newman en je had bij zo'n karakterfilm toch mogen verwachten dat de score daarop zou aansluiten met de muzikale versterking van de emoties van de personages. Maar niets is minder waar. De regisseur zal allicht z'n wensen kenbaar hebben gemaakt aan Newman. Vervolgens heeft hij weer een van zijn expirimentele soundscape-achtige scores gecomponeerd, met hoofdzakelijk percussiegedreven muziek en een nogal minimalistische kleuring. De score is daarom goed vergelijkbaar met die van
Pay It Forward of
The Salton Sea en eigenlijk nauwelijks met meer orkestrale en melodieuze Newmanscores als
Little Women of
Meet Joe Black. Een andere vooral percussiegedreven score uit hetzelfde jaar 2002 is
Road to Perdition, maar zelfs die score is veel opwindender en daardoor aansprekender dan deze voor
White Oleander.
Het soundscapegehalte van de score is weer erg hoog en veel lichte percussiegedreven tracks zijn voorzien van een elektronische laag, waardoor een sfeer ontstaat die soms kil en koud is, maar even zo vaak slaapverwekkend saai is. Melodie is meestal ver te zoeken en komt slechts sporadisch voor in een fraaiere uitvoering. Vaak zijn er wel verschillende typische Newman-motieven aanwezig, die vooral op piano worden gespeeld, maar dat zijn dan korte stukjes die ook nog regelmatig herhaald worden, tot soms op het irritante af. Maar meestal kabbelt de muziek nietszeggend voort.
Qua instrumentatie is het palet best breed, van diverse orkestrale instrumenten als strijkers en houtblazers tot allerhande vreemdsoortige percussie-instrumenten en andere dingen die geluid maken. En daar tussenin zitten dan onder andere allerhande soorten gitaren en de bij Newman bijna altijd aanwezige piano. Maar al die instrumenten zorgen niet voor een score die ook maar enigszins aantrekkelijk is. Newman is vooral bezig geweest om sfeer neer te zetten in een zo minimalistisch mogelijke setting. Maar dat maakt de muziek in feite dodelijk saai om naar te luisteren, met name als gevolg van de elektronische behandelingen die hij nog eens over de muziek heen gezet heeft, en het gebrek aan melodie. Vaak zijn zelfs de eerder genoemde motieven nauwelijks aanwezig in de tracks, om al helemaal niet meer te spreken van een centraal thema of subthema's, die compleet afwezig zijn. Daardoor is er ook weinig samenhang in de muziek van de score en drijft alles op een laag van nietszeggende percussie en monotone elektronisch gesamplede klanken. Hooguit geven de korte Newman-motieven nog een gevoel van samenhang.
Kortom, met
White Oleander heeft Thomas Newman zich weer vooral van z'n minimalistische kant laten zien. Met geluiden en percussiegedreven muziek in een soundscape-achtige stijl gaat de muziek gebukt onder een enorme saaiheid en ik begrijp werkelijk niet waarom een regisseur van een film die juist op de karakters van de personages drijft, dit als score zou wensen. Voor de liefhebbers van filmmuziek is dit geen score die ook maar enigszins aantrekkelijk is. Als muzikaal behang voldoet het overigens wel, want deze soundscape-muziek is op zich wel beluisterbaar, op een paar irritante passages na, maar niet om actief te beluisteren. De waardering is dan ook niet meer dan 42 uit 100 punten.