Vanwege het overlijden van Ennio Morricone op 6 juli 2020, is dit de tweede recensie van een serie als hommage aan de Italiaanse grootmeester van de filmmuziek.
Vorige:
Pane e Libertà (original score album)
Volgende:
La Califfa (original score album)
De Italiaans-Spaanse film
Duello nel Texas is een western, die in de Engelstalige gebieden Gunfight at Red Sands heet. De film is geregisseerd door Ricardo Blasco en geproduceerd door de Amerikaan Albert Band, die daarmee zijn eerste Italiaanse western produceerde. Hij schreef ook mee aan het scenario. De productiemaatschappij is echter de Italiaanse Jolly Films, die een jaar later ook Fistful of Dollars zou produceren. Om die reden wordt Duello wel de eerste Spaghetti-Western genoemd, die zich, net als veel andere Spaghetti-Westerns afspeelt in het grensgebied van de V.S. en Mexico, omdat veel figuranten gemakkelijk voor Mexicaan door konden gaan.
Het verhaal speelt zich af in een grensdorpje, waar 'Gringo' Martinez (Richard Harrison) woont, die als kind door een Mexicaans gezin in dat Amerikaanse dorp is geadopteerd. Hij heeft in Mexico meegeholpen in de burgeroorlog en net als hij terugkomt wordt zijn vader vermoord en het goud dat de familie op hun land gevonden heeft, gestolen. De overval blijkt te zijn gepleegd door drie mannen, maar de sherriff weigert een onderzoek, omdat het maar Mexicanen zijn. Dan gaat Gringo zelf op jacht, maar in het dorpje zijn ook anderen die azen op het land van de familie...
De muziek bij deze Western is van niemand minder dan Ennio Morricone, die daarmee zijn eerste western van muziek voorzag. Hij was toen 35 jaar oud en werd als 'Dan Savio' op de posters en aftiteling vermeld. Dat klonk beter, vond men. Hij componeerde bij de film een score in een tamelijk klassieke Western-stijl, waarin nog niet helemaal zijn handelsmerk zit waarmee hij een jaar later in Sergio Leone's Fistful of Dollars zou doorbreken. Leone had er toen nog wel de nodige twijfel over of Morricone wel de geschikte componist was voor zijn film, want hij vond Morricone's score voor Duel in Texas eigenlijk veel te braaf, te gewoon, teveel 'Americana'.
En daar heeft Leone wel een punt gehad, want de muziek van Morricone voor deze film is inderdaad redelijk tradioneel, braaf en gewoon, en een in een tamelijk Americana-stijl gecomponeerde score. De melodieën zijn heel aardig en de muziek is prima beluisterbaar, en als geheel zelfs een beetje voorspelbaar en daardoor wat aan de saaie kant. Met veel op banjo of gitaar getokkelde muziek heeft de score een behoorlijk country-music-gehalte, wat zeker heel aardig klinkt. Ook vlotte koperblazers, begeleid door geraspte gitaren komen voorbij, of meer stevige drumpartijen, en zelfs de saloonpiano ontbreekt niet, die in track 17 zelfs een hele track solo mag vullen.
Een paar tracks laten de mondharmonica horen, waar Morricone later wereldberoemd mee werd. In track 9 wordt dit instrument geheel solo gespeeld, maar in een wat brave uitvoering.
Morricone staat ook bekend om z'n prachtige strijkerarrangementen, waarvan iets doorklinkt in track 11, met een erg aangename, wat melancholieke melodie. En ook in de tweede helft van track 18 weet hij dit op een erg fraaie manier vorm te geven in een combi van gitaren en strijkers, en zelfs even met een solo viool.
Toch hoor je in de meer spannende tracks al iets meer van Morricone's later stijlvormen doorklinken, zoals in track 5, waarin de vlotte en lage pianoklanken zorgen voor de eerste spanning, naderhand overgenomen door strijkers en koperblazers in een wat ongemakkelijk arrangement. En in track 7 komen dan al de eerste dissonante klanken voorbij.
Ook track 10 heeft een wat grillig arrangement. De lage pianoklanken en grimmige koperblazers komen in een spannende combinatie terug in track 12, die daarmee wat ongemakkelijk in het gehoor ligt. Ook de kleurwisselingen in de muziek zijn voor de film vast effectief, maar spreken niet echt aan.
Snelle drumpercussie, typerend voor een achtervolging in de film, hoor je in track 13. Ook hier is de muziek vooral grillig, met aparte strijkereffecten van korte opgaande klanken, terwijl op andere momenten de strijkers het vlotte 'achtervolgingstempo' aanhouden.
In track 6 wordt een licht dreigend, maar erg fraai arrangement gespeeld op een solo trompet in de lagere klankregionen, begeleid door strijkers en geraspte gitaar. Een van de mooiere tracks. Dit laat Morricone eveneens op een erg mooie manier horen in track 14, die daarmee in de prettige melodie al een voorbode is van zijn Dollars-scores.
Het album opent en sluit af met een song. In track 19 horen we hiervan de instrumentale versie, die ook in de veel kortere track 8 al voorbij kwam. Qua melodie komt het wat poppy typisch zestiger jaren over. Toch ligt de instrumentale versie duidelijk beter in het gehoor dan beide songs, die ook qua tekst wat krom zijn. De openingstrack 'A Gringo like Me' wordt gezongen door Peter Tevis, die een fraaie, volle zangstem heeft, terwijl de afsluitende song gezongen wordt door Dicky Jones, die een veel scherpere stem heeft. De beide songs en met name de afsluitende song vallen daarom toch wat tegen.
Kortom, met zijn muziek voor
Duello nel Texas heeft Ennio Morricone (als Dan Savio) een best wel aardige score gecomponeerd voor zijn allereerste Western. Veel tracks in deze score zijn nogal traditioneel en wat braaf neergezet, maar toch hoor je in een aantal daarvan al hoe Morricone zich later zal ontwikkelen. De elementen hierin, zoals de solo mondharmonica, de trompetsolo's en de saloonpiano komen in zijn latere scores regelmatig terug. Voor Duello heeft Morricone vrij veel meer spannende en wat grillige muziek gecomponeerd die duidelijk minder prettig in het gehoor ligt. Ook daarin komen al elementen voor die later typerend voor Morricone zouden worden. De spannende, wat minder toegankelijke muziek en de fraaie tracks houden elkaar goed in evenwicht, waardoor dit toch een heel aardige score is geworden, die een waardering krijgt van 71 uit 100 punten.