1. Inleiding
Soms schrijft een componist een score die alle verwachtingen overtreft; of op zijn minst doet verbazen. Voor John Williams was dit zeker “Shindler’s List”; James Newton Howard verraste met “Snow Falling on Cedars” en horrorcomponist verbaasde met het mystieke en uiterst lyrische “The Shipping News”. Ook Patrick Doyle viel deze eer te beurt met zijn meesterlijke en eigenzinnige interpretatie voor de muziek van “Great Expectations”. Nu staat het werk van Doyle vooral geboekstaafd door zijn klassieke invloeden en hoge strijkers, denken we maar aan “Sense and Sensibility” of “Much Ado About Nothing”, beiden geïnspireerd op grote Britse literatuur van Shakespeare tot Jane Austen. Naast doordachte thrillermuziek voor bv. “Pars vite, reviens tard” wist de componist ook met zijn bezielende kinder- en komediemuziek zich een plaats te banen tussen de grote filmcomponisten van deze eeuw. Onvergetelijk waren zijn Indische invloeden in “A Little Princess” en indrukwekkend was zijn doorzettingsvermogen toen hij haast ongeneselijk ziek vanuit zijn hospitaalbed de score componeerde voor “The Magic Sword”.
2. De muziek voor “Great Expectations”
Een heel aparte plaats heeft toch “Great Expectations” in zijn lange carrière. De film van regisseur Alfonso Cuarón brengt het klassieke verhaal van Charles Dickens in een modern jasje. OK, opnieuw een romantische boekenverfilming voor Doyle zou je op het eerste zicht denken, maar Cuarón zou Cuarón niet zijn, mocht hij niet een speciale toets aanbrengen om zijn film tot een onverwachte belevenis te transformeren. Ook van Doyle werd verwacht om het klassieke gegeven van filmmuziek overboord te gooien en plaats te maken voor een geheel nieuwe aanpak. Daarvoor deed hij beroep op enkele, wereldbekende muzikanten die vaak reeds lange tijd gevestigde waarden zijn in hun vakgebied. Op de loonlijst stonden ondermeer rock- en popidool Tori Amos, werelddiva/sopraan Kiri te Kanawa en virtuoos gitarist John Williams. Doyle vond zijn inspiratie enerzijds in de zwoele, Spaanse ritmes ontsproten aan gitaar en latino-instrumentatie; anderzijds in de jazzmuziek. Overgoten met een sausje van orkestrale begeleiding overhandigde Doyle deze aparte mix aan zijn fans en dit met veel succes want de muziek voor “Great Expectations” wordt door velen beschouwd als het beste werk van Doyle’s carrière. Niet zo verwonderlijk want de score biedt voor ieders wat wils. Drama, romantiek, donkere jazzy muziek, hemelse Spaansklinkende ritmes, iedereen komt aan zijn trekken.
3. Van Latino naar klassiek tot Jazz.
Doyle start zijn album met het mystieke thema voor Finn, het hoofdpersonage uit de film. (Nvdr. oorspronkelijk heette het hoofdpersonage in Dickens’ roman Pipp.) Doyle combineert er de stem van Tori Amos met een rustig en tergend langzaam en haast lokkend (menselijk) gefluit, allemaal gedragen door lage strijkers en in de verte een rommelde vioolsolo. De track start erg mysterieus maar wordt dan overspoeld door een wonderlijke sensatie die zo lijkt weggelopen uit een natuurfilm over één of ander groot rif vol leven. Erg knap en onverwacht! Het nummer loopt vlotjes over in “Crossing the Gulf”, wanneer Finn een gangster/moordenaar helpt ontsnappen. De muziek weet enige spanning te ontlokken maar blijft erg melodieus. Het doet fel denken aan de muziek van Mychael Nyman voor “Gattaca”. Het liefdesthema wordt toepasselijk gelinkt aan het personage van Estella (gespeeld door Gwyneth Paltrow) en bestaat uit een sfeervol en herkenbaar thema, haast het tegenovergestelde van het vrije, haast onsamenhangende, verlegen en onzekere thema voor Finn, hun beide personages duidelijk typerend. John Williams krijgt op zijn gitaar voluit de gelegenheid om zijn kunde te tonen en doet dit met glans. Zijn virtuositeit wordt ook in “Ain’t Love Grand” aangewend. De romantische enscenering is gevormd door erg klassieke ritmes, orkestraties en aanwending van de twee hoofdthema’s. Doyle werkt met variaties op zijn melodieën die hij zowel minimalistisch als groots voor orkest uitwerkt. Opvallend is de vocale versie voor sopraan Te Kanawa met tekst voorzien door Doyle die Dickens’ roman als inspiratiebron gebruikte. Het thema is in de vorm van een aria gegoten en wordt vooral gekenmerkt door haar bezielende vertolking en vlotte transitie. Het nummer zit gedrukt tussen twee andere pareltjes, tevens met sterke vocale vertolkingen van Janis Kelly in “A Walk in the Park” en meesterlijke sopraan Miriam Stockley die “Kissing in the Rain” met haar heerlijke moderne arrangementen een echte topper maakt.
Het bombastische geweld van de sopranen wordt in “Joe Leaves” veranderd in een tragisch en minimalistische jazzy track. De piano wordt stilletjes bijgestaan door de contrabas en uiteindelijk vervoegd door een paar strijkers die een heerlijke, geladen melodie brengen. “The Day All My Dreams Came True” is een erg stijlvolle, klassieke track waar het thema haast extatische proporties aanneemt. Hierna bereikt de muziek nooit meer haar volle extase en blijft alles gematigd en zacht. Opmerkelijk is de toevoeging van de celesta in “Pyramid of Pain” waarbij het hoofdthema’s naast elkaar worden verwerkt tot een verdrietig muziekstuk. Op een geheel andere manier verdrietig, maar toch indrukwekkend passend is “Planes on a Plane” met knap gezang van Janis Kelly en een moderne beat. Ook Williams mag nogmaals zijn kunsten vertonen in “A Toast”, “Benefactor” en “It Was Just My Memory of it”, die weer erg thematisch zijn uitgewerkt, maar deze keer dramatischer en meer adembenemend zijn uitgewerkt! “Paradiso Perduto Revised” is haast een verre echo van het vrolijke Finn-thema dat we aan het begin van het album hebben gehoord. Het is de laatste echt symfonische track want vreemd genoeg verlegd Doyle in het laatste kwartier van het album zijn stijl. (Nvdr. De tracks zijn niet geheel chronologisch op het album gezet!) “The Price of Success” lijkt haast een muziekstuk uit een James Bond film met fagot, strijkers en een moderne popbeat, die zich verderzet in het afgrijselijke “Underfloor”. Het is Doyle’s muziek die werd geremixt door Phil Todd en het is niet echt een hoogvlieger. Skippen die handel! De laatste tracks zijn source music en hebben een Latino/jazz-karakter en hebben weinig of niets met Doyle te maken. “Bésame Mucho” is een erg aangename klassieker die met de nodige Latijns-Amerikaanse saus is overgoten. De laatste twee nummers zijn jazz ten top. In “By The Inch of The Hour” wordt Doyle’s thema heerlijk in een jazzy jasje gestoken. Erg knap! Het album sluit af met een andere klassieker “The Big Trip” die opnieuw swingend een einde maakt aan een geslaagd album!
4. Conclusie
Doyle schreef voor deze film een aangrijpende, gevarieerde en memorabele score die iedere filmmuziekliefhebber in huis moet hebben. De grote namen op het album doen hun best wat niet altijd het geval is en geven het album een aparte kleur en karakter. Het album verveelt geen seconde omdat de componist alle register opentrekt. Dirigent David Snell, vooral bekend door zijn samenwerking met Rachel Portman voor “Chocolat” en “The Ciderhouse Rules” en orkestrator van dienst Lawrence Ashmore verdienen hier een pluim op hun hoed. Deze soundtrack is een must-have die zeker in je platenkast moet staan. Een dikke tien!