In 1984 kwam de film The Never Ending Story van Wolfgang Petersen in de bioscopen en werd toen een groot succes. Pas in 1990 kwam er een opvolger met de titel The NeverEnding Story II: The Next Chapter, deze keer geregisseerd door de Australiėr George T. Miller, niet te verwarren met beroemde George Miller van de Mad Max films. De eerste film was gebaseerd op een deel van het gelijknamige boek van de Duitser Michael Ende. In deze tweede film zijn vooral de toen niet gebruikte delen van het boek verfilmd, maar er waren nog de nodige productieproblemen. De film is door de critici niet erg goed ontvangen en ook viel het bioscoopbezoek nogal tegen, waardoor de film niet erg succesvol was.
Het verhaal draait opnieuw om Bastian (Jonathan Brandis), die deze keer niet van de hoge duikplank durft te springen. In de antieke boekwinkel van Coreander vraag hij om raad, maar ziet daar weer het boek The Never Ending Story liggen en de kind-keizerin die hem om hulp vraagt. Als hij dan het boek meeneemt, brengt het amulet op de voorkant, de Auryn, hem naar het land Fantasia, waar Bastian opnieuw Atreyu ontmoet. Dan komt hij erachter dat een tovenares Fantasia wil vernietigen door 'Leegte' te verspreiden...
De muziek bij de eerste film was van Klaus Doldinger, die voor de Amerikaanse versie van de film uit 1984 samenwerkte met Giorgio Moroder. De hoofdmelodie uit de eerste film is teruggekomen in de score van deze tweede film, als song en als korte instrumentale cue. Die song werd in de eerste film gezongen door Limahl, die er een behoorlijke hit mee had. In deze film is de zang echter van Joe Milner en is het arrangement veel bedaagder geworden.
Waar de eerste film een voor die tijd moderne elektronische score heeft meegekregen van Doldinger en Moroder, is het voor deze opvolger over een heel andere boeg gegooid. Er is gekozen voor een geheel orkestrale score van componist Robert Folk, bekend van zijn muziek voor de vele Police Academy films.
Het album opent met een mooie track van de score van Folk, waarin hij het thema van de eerste film heeft verwerkt, maar er tegelijk een nieuwe draai aan geeft. Met prettige orkestrale klanken weet hij duidelijk een fantasie-element aan de muziek toe te voegen, waarbij de koorklanken van vrouwelijke stemmen een aangenaam positief effect geven.
Daarna volgen drie songs, die alle drie gezongen worden door Joe Milner, die heel aardig kan zingen, maar de songs niet speciaal maakt. De eerste song is de themasong van de film en is door Moroder geschreven. Deze 'Dreams We Dream' is een aardige popsong en komt als vijfde track nog terug in een instrumentale versie, die net zo aangenaam is.
De song 'Heaven's Just a Heartbeat' heeft wat meer de elektronische kleuring van de muziek uit de eerste film, maar het is een nogal vlakke, wat saaie popballad, die ook weer door Moroder is gecomponeerd. Daarna volgt de titelsong, in een nieuw arrangement ten opzichte van de song van Limahl. Toch blijft de song hierbij wat achter, al blijft het een prettige melodie, ook in dit arrangement.
Het album opende met de eerste scoretrack van componist Robert Folk en gaat verder vanaf de track 'Bastian's Dream'. Van de elektronische muziek zijn we dan overgestapt op de prettige orkestrale klanken van Folk's score. In deze erg fraaie track laat hij een prettige melodie horen in een mooi arrangement, waarin ook verrassende muzikale loopjes zitten, die het tot een erg aangename track maken.
De tweede track 'Falkor's Quest' heeft meer een soort van fantasy-kleuring, compleet met koorklanken en een bepaalde mate van spanning, maar de kwaliteit laat nogal te wensen over. Dat geldt een beetje voor het hele album, maar valt in een aantal tracks wel erg duidelijk op. Vooral de koorklanken in een aantal tracks, ook in deze track, hebben nogal last van een soort schelheid, die soms toch wat storend is en afbreuk doet aan de genietbaarheid van het album.
Zo is 'Silver Mountains' op zich een fraaie track, maar door de schelheid van de koorklanken valt deze nogal tegen, wat ook geldt voor het tweede deel van de track 'Atreyu's Return to the Great Plains'.
In 'Bastian's Lost Memories' zijn de koorklanken dan weer wel fraai en daarmee is dit ook een mooie track geworden.
Wel weer erg mooi is de track 'Morning in Fantasia', waarin Folk weer de juiste, wat magische toon weet te treffen. En in 'The Childlike Empress' hoor je een combinatie van diezelfde magische sfeer, maar dan gecombineerd met een soort grootsheid. Ook 'Silver Lake' bevat die magie, maar dan in een wat ingetogener setting, die bijna wat saai is.
Spannende, bijna agressieve muziek ontbreekt niet, maar het blijft gelukkig beperkt. In 'The Giant's Attack' is de muziek zelfs bijna chaotisch en ontbreken de dissonante klanken evenmin, wat het allemaal niet erg aantrekkelijk maakt. Ook 'Xayide's Castle' is een spannende track, maar duidelijk minder chaotisch.
De laatste track van Folk's score is 'Silver City', die nogal chaotisch en spannend begint, maar al binnen een halve minuut overgaat in fraaie orkestrale klanken, waarbij ook het koor weer ruimschoots van zich laat horen, in een acceptabele kwaliteit. De track hoort niet bij de toppers van het album, maar is zeker wel fraai.
Het album sluit af met de bekende themamelodie van Moroder in een fraaie, maar eigenlijk veel te korte orkestrale reprise van de titelsong.
Kortom, dit album van The NeverEnding Story II: The Next Chapter heeft eigenlijk twee kanten. Enerzijds zijn er de drie elektronische popsongs van Giorgio Moroder, waarvan de themasong van de film ook nog in een instrumentale uitvoering is meegenomen, anderzijds is er de volledig orkestrale score van Robert Folk. De popsongs hebben de bekende Moroder-kleuring van vlotte elektronische klanken en een van de songs is de oude themasong van de eerste film in een iets ander jasje. Folk heeft zijn muziek van de nodige magische kleuring voorzien, met overwegend fraaie melodieėn en arrangementen. Ook spannende, soms wat chaotische klanken ontbreken niet. Het is echter jammer dat de koorklanken op dit album van een magere kwaliteit zijn en nogal schel overkomen. Dat doet afbreuk aan de genietbaarheid. De waardering voor dit album als geheel komt zo op een toch heel behoorlijke 73 uit 100 punten.