In Year One, “The First Road Trip of all Times”, wordt meerdere malen met de wereldgeschiedenis gespot. Zo zien we bijbelfiguren Abel en Adam voorbij komen, en wordt de verboden appel door Jack Black zelf opgegeten. Naast al deze elementen, en de rest van de melige film,zien we iets terug wat ik niet had verwacht: prachtige muziek.
Theodore Saphiro is inderdaad de koning van de comedy. Enkele prachtige scores zoals: Not another Teen Movie, Along Came Polly, Fun with Dick and Jane, Starsky and Hutch, Dodgeball, 13 Going on 30, Mr. Woodcock en Tropic Thunder zijn slechts enkele voorbeelden van zijn werk voor dit genre. Ook verzorgde hij de kaskraker The Devil Wears Prada van muziek.
Deze score is zwaar over the top, en juist daarom zo geweldig. Overdreven slagspel, en zware blazers die zo hadden gepast in bijvoorbeeld Troy openen in de Main Titles, waarna we allerlei Afrikaanse vocals horen. The Forbidden Fruit is een heerlijk bizarre track, en we horen aan de ene kant de strijkers rustig spelen, maar aan de andere kant is er het slagspel dat nooit ver weg is. We horen het hoofdthema, en de houtblazers spelen mysterieus. Helaas begint het nu wel te dagen dat minder tracks en dan maar wat langere tracks niet overbodig zouden zijn geweest, want net als je erin zit wordt je eruit gegooid. Het moet heerlijk zijn geweest voor Theodore Saphiro om eens lekker te kunnen experimenteren met verschillende stijlen. De componist van geweldige comedy’s zoals Blades of Glory en Marley and Me laat zich heerlijk gaan in Afrikaanse vocals. Djembe’s en een constant groeiend scala aan instrumenten. In Flight From the Village komt Spahiro zelfs weg met een elektrische gitaar. In Yak Attack horen we dezelfde heerlijke houtblazers, maar ook een geweldige versie van het hoofdthema, gebracht door meeslepende strijkers. Hierna moet de meligheid natuurlijk weer toeslaan, maar het kenmerkend voor de score dat het allemaal erg in balans is. In The House of Adam worden we getrakteerd op een heerlijk moderne, Arabische track. In Looking for Abel horen we zwaar strijkwerk en een elektrische gitaar, en de track komt bijzonder episch over. Deze trend, het moderne dat vertegenwoordigt wordt door redelijk snelle drums, elektrische gitaren en geweldige synthesizers, soms neigen ze zelfs naar heuse R&B. Saragon Attacks komt weer in de buurt van het wat zwaardere werk. De snelle Arabische motieven komen heerlijk tot hun recht, al helemaal met de elektrische gitaren erbij, die nog steeds fris klinken. In The Holy of Holies worden we weer getrakteerd op de heerlijke houtblazers, maar de Arabische tinten zijn nooit snel weg. Maar hier trekt Shapiro ook de strijkers open. Zed to the Rescue is dan weer een track die Tyler Bates’ het schaamrood op de kaken laat staan. Gitaar en etnische orkestraties klinken in Year One zowaar beter dan in 300. Vooral de rocktinten erin lijken zo van de Metallica-heren to komen. The Chosen One is een passende afsluiter.
Year One is ongetwijfeld Theodore Shapiro’s beste score, en het is te horen dat de man zich heeft vermaakt tijdens het maken van dit werk. De score heeft meer dan genoeg variatie: van Afrikaanse vocals en zenuwachtig slagspel, tot Arabische moderne muziek, van rock tot daadwerkelijke, prachtig uitgevoerde filmmuziek. Tussen alle droge, lieflijke en romantische scores die Shapiro heeft geschreven ontstijgt Year One deze ruimschoots. Het is een wilde score, die misschien geen Oscar verdient, maar wel erg lekker is om te beluisteren.