Laten we eerlijk zijn, als film heeft “Eragon” weinig om het lijf. Het regiedebuut van Stefen Fangmeier is een pover afkooksel van de mythische verhalen die doorheen de filmgeschiedenis de toeschouwers hebben verwonderd en verbaasd. “Eragon” stapelt de clichés op en als het déjà-vue gevoel je geen parten speelt, kan je je nog steeds opwinden over de belachelijke special effects die Saphira, de moedige draak, tot leven brengen. Hoewel deze film de Hollywood procédés perfect heeft toepast, zijn het vooral de novelles van de jeugdige Christopher Paolini die de genadeslag geven aan deze productie. Dat er aan Paolini geen literair talent verloren zou gaan mocht hij zijn romancyclus stopzetten, is ruim bekend. Zijn verhalen zijn zielloos en missen het élan van een Tolkien of een Rowling. Dat de Amerikaanse filmbonzen er toch graten in zien om een aantal films rond de inspiratieloze karakters te financieren, kan alleen maar in het licht van puur geld gewin worden aanzien. Nochtans beschikt “Eragon” over een sterrencast met ondermeer Jeremy Irons, John Malkovich en Rachel Weisz. Zelfs nieuwkomer Edward Speleers weet met zijn “boy-next-door”-uitstraling te charmeren. De niet onknappe acteur zal menig meisjes- (en jongens)harten sneller doen slaan met zijn blonde, krullende lokken en aantrekkelijke, jeugdige onschuld. Toch blijft de film ideaal voer voor de jeugdige kijker die hun kritiek nog weet te vergeten door de imposante vechtscènes en magische creaturen die zo uit een heldhaftige jongensdroom zijn gesprongen. Avontuur is de leidraad doorheen deze film. Alles begint bij de blonde boerenzoon Eragon die nadat hij een drakenei vindt, de reis van zijn leven meemaakt in zijn strijd tegen een boosaardige koning. Ik hoor u al denken “sounds familiar”. U hebt absoluut gelijk! Opgesmukt met de nodige liefdesintrige en grootse vechtscènes is “Eragon” één en al avontuur en dat hoor je aan de muziek die werd gecomponeerd door veteraan Patrick Doyle.
Na zijn muziek voor “Harry Potter and the Goblet of Fire”, zet Doyle zijn magische reis voort, maar verlaat het pad van de duistere klanken om zich te bedienen van een palet vol levendige en hoge noten die nooit het thrillergehalte van zijn vorige score bereiken. De soundtrack voor “Eragon” is levendig en joviaal, met pompeus koper en glijdende strijkers die een gevoel van gelukzaligheid nooit ver weg doet lijken. Het mooie, maar blije thema wordt doorheen de cd ettelijke keren herhaald. De soundtrack start met een kennismaking van de nieuwe melodie die met volle bombast op het publiek wordt losgelaten. Doyle concipieerde een knap thema dat ideaal past in een kinderfilm. Het blijft plakken en is daarmee eenvoudig herkenbaar. Reprises van het hoofdthema vinden we terug - met welliswaar een ander arrangement - in “Saphira’s First Flight”, “If You Were Flying” en “Legend of Eragon”. Kenmerkend voor Doyle zijn de schetterende trompetten, de lichte percussie en de hoge violen die een grootse en heldhaftige melodie brengen. Deze sfeer wordt het hele album aangehouden en vindt zijn hoogtepunt in het spannende en luidruchtige “Battle for Varden” waar Doyle zijn thema natuurlijk uitbuit en er zelf een tragische ondertoon weet aan toe te voegen. Knap zijn ook de zeldzame uitbarstingen van het koor. Doyle gebruikt de zangers spaarzaam, wat de momenten wanneer ze worden betrokken bij de muziek erg aangenaam en spectaculair maken.
Tussen de thematisch boeiende nummers staat ook heel wat underscore die nooit saai of onaangenaam genoemd kan worden. De componist weet in sommige tracks zelfs een donkere toon aan te slaan, maar daarbij vermijdt hij recht toe, recht aan geschreven horror. “Ra’zac” en “Brom’s Story” bezitten deze donkere sfeer die wordt veroorzaakt door lage kopers en strijkers. Doyle verliest echter nooit het melodische aspect uit het oog. Het mooie “Fortune Teller” gaat van start met een knappe, ingetogen melodie, die langzaam opbouwt tot heerlijke actiemuziek. Ook het sobere en ingelaten “Together” met de schitterende stem van Mae McKenna weet de juiste snaar te raken en kan worden aanzien als de tegenhanger van “Harry in Winter”. Erg mooi! De cd sluit af met twee popnummers. Het eerste liedje is van de hand tieneridool Avril Lavigne die een typische rockballad brengt volledig in haar eigen stijl. Het eenvoudige maar doeltreffende strijkarrangement en de herkenbare melodie zijn de grootste troeven van dit niet onaardig nummer. Wie het vreselijke accent van de zangeres weet te trotseren, staat een aangename luisterervaring te wachten. Doyle giet daarna nog zijn hoofdthema in een Enya-aandoend nummer. Hiermee bewandelt de componist de weg die Zimmer koos voor het saaie titelnummer van “King Arthur”. New Age ten top met een mooie melodie maar weinig zeggende opbouw. Niet overtuigend!
“Eragon” is een avontuurlijke soundtrack, een heldhaftige jongensdroom waar aan geen einde lijkt te komen. Patrick Doyle weet de sfeer juist te typeren en schreef een mooie, maar soms vermoeiende score die schettert en klettert aan alle kanten. Grootse orkestrale arrangementen en een grote rol voor de kopers en strijkers zijn de kerngedachten bij deze soundtrack. De popnummers zullen zeker de albumverkoop stimuleren. Hoe dan ook is “Eragon” een degelijke cd met zijn hoogtepunten, maar zonder het wow-effect van de “Harry Potter”-score. Voor de liefhebbers van avontuurlijke scores is deze muziek een must.