Assepoester, een sprookje met een dieper verleden dan je zou denken. Disney maakte er een mierzoet verhaaltje van, met veel lieve kindervriendelijke liedjes. Echter, de oorsprong ligt ver voor de release van Walt. 1697 is het jaar wanneer de Franse schrijver en genie Charles Perrault het originele verhaal schreef van Assepoester uit een bundel genaamd Sprookjes van Moeder de Gans. De gebroeders Grimm maakte hiervan weer een bekendere versie genaamd Aschenputtel. Wat dan weer de Nederlandse naam verklaart. Maar wellicht werd Assepoester wel voor het eerst genoemd in de Bijbel, in het boek Efeziers uit 1544. Luther Aschenbrödel wordt hier gebruikt als vergelijking voor Maria, die door God gekozen wordt in plaats van de rijke dochters van Annas en Kajafas. Feit blijft dat het verhaal tot de verbeelding spreekt en dat het Walt Disney rijk heeft gemaakt. De geanimeerde versie Cinderella uit 1951 bracht een record op en is nog altijd een van de meest geliefde klassiekers.
2015 staat nu al bol van de live-action sprookjes. Assepoester is zelfs in korte tijd dubbel op het witte doek te zien, want in Stephen Sondheim’s Into The Woods speelt het sprookje van het glazen muiltje ook een grote rol. Dan nu is er de versie van de regisseur Kenneth Branagh, met een Britse en Australische sterrencast om je vingers bij af te likken. Helena Bonham Carter, Cate Blanchett en Lily James als stralende middelpunten. Branagh tilde al eerder films als Thor en Jack Ryan naar een hoger niveau door zijn scherpe en visuele manier van regisseren. En wie Kenneth Branagh zegt, zegt Patrick Doyle. De twee heren werkten al vele malen samen, met wisselend succes. Dan nu is er Doyle’s vertolking van Cinderella en die heeft twee gezichten.
Patrick Doyle staat bekend om zijn grenzeloze vakmanschap. Hij heeft de wijsheid in pacht en gebruikt dit in vrijwel al zijn scores. Alleen is de uitwerking soms niet naar behoren. Zo verloor hij zichzelf in hersenloze synthesizer muziek en plagiaat in Thor en wist hij niet hoe om te gaan met de magie van Harry Potter. Daarentegen was Brave een absoluut hoogtepunt, waarin de Schotse componist eens fijn de traditionele klanken van zijn thuisland kon tentoonspreiden. Nu doet hij dat met de kennis die hij heeft opgedaan tijdens zijn studerende en componerende carrière en dat is niet mis. Al direct bij de eerste seconden van dit album is een ding kristalhelder: Doyle trekt eindelijk weer eens van leer. En als je dan de tracklist erbij neemt zal je tot de conclusie komen dat dit album tot de laatste groef gevuld is met muziek. Kortom, bijna tachtig minuten luisterplezier.
De muziek komt echter langzaam op gang, in voornamelijk rustige tracks. Wat direct fijn in het gehoor ligt, is de klassieke benadering van Doyle. Het is dan ook direct wel duidelijk wat de idolen van de man zijn, want werken van Saint-Saëns, Bach, Händel en van Beethoven passeren met grote regelmaat de revue. Daar is in principe niks mis mee, als je maar niet letterlijk cues overneemt. Daar komt Doyle nu gelukkig goed mee weg, want hij blijft ten aller tijden dicht bij zichzelf. Al liggen de invloeden van bijvoorbeeld Saint-Saëns in tracks als The Stag en van diverse polka’s op dit album er wel dik bovenop. Het sterkst is Doyle in het hart van het album, wanneer de “valses” (een gechoreografeerd gedicht voor het orkest) en polka’s hun intreden doen. Want bijvoorbeeld het thema van het nummer La Valse Champagne is misschien wel een van de mooiste die Doyle de laatste paar jaar schreef. Helaas komt dit thema maar twee keer terug in de tachtig minuten die het album rijk is, onder andere in de track Rich Beyond Reason. Wat ook erg aardig is, zijn de diverse odes aan het clubje van wijze mannen die de score voor de originele Cinderella schreef. Mack David, Al Hoffman, Paul J. Smith, Jerry Livingston en Oliver Wallace produceerden in 1950 al een magnifieke soundtrack, getuigt ook de uitgebreide recensie van collega Neyt. Doyle hergebruikt het thema wat speciaal voor Assepoester werd geschreven en mixt dit vakkundig met zijn melodieën.
Maar toch zal je als luisteraar na ongeveer een uur stuiten op een probleem. Want Patrick Doyle heeft zijn kamer niet opgeruimd en je breekt letterlijk je nek over zijn rommel. De hoeveelheid aan score is nog tot daar aan toe. Maar de hoeveelheid aan thema’s, vernieuwingen, klassieke kwinkslagen en mierzoete en soms langdradige tracks zijn iets teveel van het goede. Tijdens het schrijven had iemand een bus met peper moeten pakken om het Doyle’s muziek iets pittiger te maken. Pittiger in de vorm van verrassender en meer consistent. Voor een beginnend luisteraar van filmmuziek zal dit album dan ook zeer ontoegankelijk zijn en zal het met de kracht van mach 3 terug slaan in je gelaat. De soms eeuwig en oneindig durende mierzoete uithalen van de strijkers beginnen op den duur te vervelen. Het is een opvul trucje wat Doyle veel gebruikt in zijn muziek en niet alleen bij Cinderella. Ook gebruikt Doyle zijn clichématige modulaties, wat het best te horen is in de track in Fairy Godmother. Na een stuk wat verdacht veel lijkt op de intro van Saint-Saëns’ Aquarium van La Carnaval des Animaux, het gedeelte waarin het orkest niet meer dan modulaties speelt. Waarna het direct weer verzandt in underscore. En ook bij Cinderella is het koor ver op de achtergrond gemixt, iets waar James Newton Howard over mee kan praten.
Patrick Doyle omzeilt deze problemen als een absolute professional door direct erna met iets geniaals op de proppen te komen. Wat dit album ook tot een zooitje maakt zijn de ontelbare melodielijnen en thema’s. Ondergetekende was snel de tel kwijt, maar kwam in ieder geval tot ruim twee handen vol thema’s. Thema’s die veelal maar een keer ten gehore worden gebracht en daarna weer in de lade van Doyle belanden. Dat is zonde, want bijvoorbeeld het eerder besproken Valse de Champagne thema is wonderschoon. De polka’s op het album zijn van ongekend hoge klasse en doen denken aan middeleeuwse klassieke werken, maar altijd met een los Doyle-sausje. Zo heeft La Polka de Paris een hoog André Rieu gehalte, maar luistert heerlijk weg. Voor de oplettende kijker een herkenbare melodie door het koper en de hoorns uit Harry Potter and the Goblet of Fire. Prachtige en hemels mooie up-tempo melodieën als in Shattered Dreams had best doorgezet mogen worden. De beeldgerelateerde muziek, soms wel “Mickey-Mousing” genoemd, nemen we bij een Disney productie dan maar voor lief.
Cinderella heeft ook een aantal liedjes. In de orkestraties van deze tracks slaagt Doyle dan weer met vlag en wimpel. En gelukkig voor de liefhebber staan de instrumentale versies ook op het album. Actrice Helena Bonham Carter moet alles geven om een beetje zuiver en betoverend te zingen in het befaamde liedje Bibbidi-Bobbidi-Boo. Al wordt pijnlijk duidelijk dat ze geen begenadigd zangeres is, helemaal wanneer ze “La-la-la-la” zingt. De orkestrale begeleiding van Doyle is wel weer zo aanstekelijk dat je het non-stop wil beluisteren. Datzelfde geldt voor het prachtige nummer A Dream Is a Wish Your Heart Makes, gezongen door Cinderella “herself” Lily James. Miley Cyrus, eat your heart out! En zelfs het door Doyle geproduceerde nieuwe liedje Strong, gezongen door opkomend R&B talent Sonna Rele heeft een betoverende begeleiding.
Cinderella is een poesje dat je niet zonder handschoenen kan aanpakken. Want een ongeoefende luisteraar zal na een aantal tracks deze cd direct terug stoppen in de kast. De toegankelijkheid is niet heel hoog, mede dankzij het klassieke karakter en het hoge aantal thema’s en melodielijnen. Hierdoor verlies je je aandacht al snel. De wisselwerking van typische Patrick Doyle muziek en de odes aan de grote componisten van weleer is alleraardigst. Wie bekender is met werken van Doyle zal veel clichématige trucjes opmerken. Iets wat iedere componist wel heeft. Het is de manier waarop je de trukendoos open doet en vooral…dicht houdt. Heel erg vernieuwend is Cinderella niet en heeft een minder grote impact dan Disney scores als bijvoorbeeld Maleficent en Rapunzel. Menig filmmuziek liefhebber echter zal in een appelflauwte geraken en dit de beste score van 2015 - tot nu toe - vinden. En dat is ook weer terecht, want de production value van Cinderella en in het bijzonder dit nieuwe Doyle project is zeer hoog. De componist is terug van weg geweest en wat ondergetekende betreft op het hoogte niveau. Een niveau wat hij hopelijk vast weet te houden bij volgende projecten. Ook complimenten voor het orkest. Want dit is fantastisch gedirigeerd en je krijgt ook daardoor absoluut waar voor je geld. Cinderella, een cd bomvol met filmmuziek zoals het hoort te zijn. Score die iets meer consistentie nodig had en zeker wel een geoefend oor vereist. Maar als je daarover beschikt, is dit album een absolute must-have. Kopen en genieten!