Arachnophobia
Deze soundtrack bestaat uit zowel popsongs als score tracks van de hand van Trevor Jones, die we allemaal het best kennen van The Last of the Mohicans.
In het eerste deel van dit album worden de popsongs iedere keer afgewisseld met korte stukjes van Jones zijn muziek. Die worden als het ware aan elkaar gemixt met fragmenten van dialogen uit de film. Apart maar niet mis. Je moet er voor zijn. Het gaat hier over een horror-komedie dus is alles toegelaten in zo’n genre. Persoonlijk had ik liever een langere score gehoord zonder songs, kwestie van smaak. Maar dan ging de humoristische toets misschien wel verloren gegaan zijn. Iedere popsong heeft wel ergens iets met spinnen te maken, de titels alleen al spreken voor zich. In vele soundtracks springen de songs er op een positieve of negatieve manier uit. Hier houden ze een beetje het midden. Het is geen meerwaarde maar vervelen doen ze ook niet echt.
Het tweede deel bevat langere score tracks en worden niet meer onderbroken door songs, behalve na de ‘Main Title’. In deze track krijgen we meteen het hoofdthema en dat is één om U tegen te zeggen. Het begint met een soort synthesizer-effect die onvermijdelijk doet denken aan kruipende spinnen. Het orkest zet vrijwel onmiddellijk in met het prachtige hoofdthema, die wordt bijgestaan door een solo gitaar. Het avontuur druipt ervan af. Mooi, groots en episch dus. Na een tweetal minuten maakt dit plaats voor wat spanning en dreiging, maar het hoofdthema blijft nooit ver weg.
Ook in de volgende track na de popsong komt het hoofdthema terug, deze keer op harmonica en iets trager. Door de minder talrijke instrumentatie krijgen we een meer intieme versie met lichte country toets door de harmonica.
‘Delbert’s theme‘wordt ook door de harmonica gebracht maar is totaal anders van stijl dan het hoofdthema. Beetje jazzy en 80’s getint en doet me persoonlijk denken aan de stijl van Mike Post, die talrijke series van muziek voorzien heeft in de jaren 80, zoals Magnum P.I., The A-Team, Hill Street Blues, enz…
In de volgende track horen we meer dreiging en spanning. Hoe kan het ook anders met zo’n titel? Dit is meteen ook de langste track van de cd. Vele componisten vervelen al na enkele minuten als ze spanning muziek moeten brengen, maar Jones doet het hier voortreffelijk. Om de luisteraar meer dan 6 minuten in spanning te houden, wisselt hij voldoende electronische effecten af met meer orkestrale passages.
‘Along came a spider’ ligt een beetje in het verlengde van zijn voorganger maar dan met nog iets meer melodie.
Bij een titel als ‘Cellar Theme’ zouden we een thema mogen verwachten, maar die komt er echter niet voor de laatste seconden van deze korte track.
Bij de voorlaatste track is het hoofdthema terug in een mooie, tedere versie. We horen duidelijk het ‘happy end’-gevoel. Hoge strijkers, een solo dwarsfluit, hobo e.d. brengen elk hun deel van het thema tot het orkest in gang schiet en langzaam aan opwelt. Ook de gitaar is terug, alsook de “spinnenpootjes”. Hele mooie afsluiter van het score gedeelte.
Hierna komt nog een klassieker van Tony Bennett als ultieme afscheid van deze Arachnophobia.
Al bij al geen slechte score van Jones, maar wel een beetje vreemd geproduced. Volgens het boekje is er een echt orkest aanwezig en dat hoor je ook. Maar op vele momenten klinken sommige instrumenten wat “plastiekerig” en twijfel ik dan ook aan de echtheid ervan. Is het orkest soms vervangen, of gewoon bijgestaan, door de synthesizer om budgettaire redenen of is het gewoon wat onhandig gemixt? Ik blijf twijfelen. Het neemt niets weg van de mooie muziek die Jones neerpende maar het kon voor mij een puntje meer verdiend hebben moest die twijfel er niet geweest zijn en mochten de songs wat minder talrijk aanwezig zijn.
Vandaar mijn score van 8/10.