The Passion of Christ, Braveheart en Apocalypto. Drie noemenswaardige historische drama's in de filmgeschiedenis, en allen zijn ze van de hand van Mel Gibson. De man, die nadat hij wereldberoemd werd als Mad Max, een glansrijker filmcarriere heeft genoten. Hij oogstte veel commercieel succes met de Lethal Weapon-reeks, What Women Want en hij was tevens de stem van John Smith in Disney's Pocahontas. Hij is echter een veelzijdig acteur, in staat om emotie en actie te combineren in onder andere We Were Soldiers, The Patriot en recentelijk nog Edge of Darkness. Verbazend genoeg lijkt hij achter de camera nog meer in zijn element. Braveheart (waarin hij optrad als producent, regisseur en hoofdrolspeler) is een klassieker van formaat, en zorgde voor een opleving in het Swords-and-Sandals genre. Het leverde hem zelfs diverse Oscars. The Passion of Christ leverde hem dan weer veel kritiek op, maar toch werd de film, door zowel het publiek als het Vaticaan zelf de hemel in geprezen. De bloederige trend zette voort met Apocalypto.
Een meeslepende film die laatste dagen van het ooit zo machtige Maya-rijk op uiterst goede wijze aan de kijker laat zien. De film is uiterst authentiek: de taal, de gebruiken, de acteurs en zelfs de locaties. Nooit eerder wist een acteur die besloot een regisseur te worden dat zo succesvol te doen.
De samenwerking Horner-Gibson is ene gouden match. De beelden die Gibson ons showt lijken zelfs te zijn gemaakt voor de componist. Braveheart word door veel mensen gezien als een van Horner's beste werken. Bij the Passion of the Christ koos Gibson voor John Debney, een keuze die ik (nog steeds) betreur. Passion is een prachtige score, maar toch heb ik het idee dat Horner het nog beter had kunnen maken. Apocalypto is heel wat anders dan de vorige werken van Horner. Nergens zijn de weelderige strijkers, heldhaftige thema's of romantische crescendo's te vinden.
Apocalypto is namelijk een experimentele score geworden. Of nou ja, experimenteel, het is wel eens eerder gedaan, maar nooit voor zo'n grote film. De score is enerzijds waarschijnlijk te moeilijk om voor een doorsnee filmmuziekliefhebber, anderzijds is het voor diegene die er voor open staat een minimalistisch maar uiterst dynamisch meesterwerk.
De score opent met een ijzersterke track, From the Forest. Een synthesizer en gefluit van vogels lijkt voor Horner genoeg om een soort hypnotiserende sfeer te creëren die je meteen naar de strot vliegt. Het word dan alleen maar beter als er een vocalist lage, woordeloze zang ten gehore brengt. Het klinkt eenzaam, passend en authentiek. Ik was dan ook woest toen Horner exact nou dit thema gebruikte als een het Eywa-thema in Avatar. Een uiterst sterke opener.
Tapir Hunt is sterk in zijn percussie, en roept qua die instrumentengroep herinneringen op aan Horners eigen Ripley's Rescue (Aliens). De percussie wordt hier en daar bijgestaan door sound effects uit het oerwoud, en zelfs een knap staaltje atonale muziek. The Storytellers dream is een voorbeeld van het minimalisme. We horen een synthesizer, een fluit en heel zachtjes horen we erg kalme percussie. Het zorgt voor een soort trance. De percussie neemt langzaam de overhand, maar de mystieke sfeer die Horner laat Horner gaat nooit weg. Holcane Attack is half niet zo actierijk als de naam doet vermoeden, Horner laat de spanning tot het uiterste oplopen, waardoor de non-ritmische trommelslagen als bliksem in de nacht klinken. Later krijgt Horner wat ruimte, en horen we strijkers, die kenners meteen zullen herkennen als de zijne. De emotie zet door in Captives. We horen het hoofdthema enkele keren emotioneel maar nog altijd erg minimalistisch voorbij komen, en in Entering the City with a Future Foretold horen we dan eindelijk de succesfactor van deze score. Atonaal minimalisme. Er zijn nooit echt tonen of noten te horen, alleen die doordringende synthesizer en die wilde, percussie. Deze trend zet voort in Sacrificial Procession, maar in Word trough the Sky horen we een van de hoogtepunten van de score. Dat typische gebruik van houtblazers kwam Horner nog nooit zo goed van pas, en we horen alleen dat en, nogmaals, de synthesizer. Perfectie van Horner.
The Games and Escape laat ons weer die snoeiharde percussie horen. Cowbells, djembe's, alles wordt uit de kast getrokken. Ditmaal is het echter wel ritmisch, en groots wat voor een machtig stuk muziek zorgt. An Elusive Quarry is aardsdonker en traag, maar mist zijn effect in de film niet. In Frog Darts en No longer the Hunted horen we wederom erg herkenbare muziek. De instrumentatie is typisch Horner, en zorgt voor herkenning en enthousiasme. De track combineert het beste van Horner's kwaliteiten als actiecomponist. Zinderende percussie en krachtige uithalen van strijkers.
In Civillisations Brought by the Sea horen we eindelijk eens wat westerse blazers, hetgeen de beelden toelaten. Als een UFO moeten de Englese Schepen er hebben uitgezien voor de inboorlingen van Zuid-Amerika. Strijkers schroeven het tempo op fantastische wijze op, waarna er niets dan die houtblazer overblijft. In To the Forest (Eindgeneriek) horen we dan nog een keer dit alles aan ons voorbij komen.
Apocalypto is en blijft James Horner's origineelste werk. Het is iets wat de luisteraar de kans geeft om in een soort sfeer te raken waar hij of zij eigenlijk niet meer aan wil ontsnappen. Het is een score die, zoals eerder gezegd, moeilijk te begrijpen is en slechts vragen stelt in plaats van antwoorden geeft. Toch zal dit uiterst precieze werk een van Horner's minst geliefde werken blijven. Het is simpelweg niet toegankelijk genoeg, en al helemaal niet mainstream. Luister dan naar het veel commerciëlere maar nog altijd goede Avatar. Maar vergeet niet dat bij Apocalypto de roots liggen die score van Avatar zo populair maken.