Dit is de zevende recensie uit een tiendelige serie naar aanleiding van het overlijden van Angelo Badalamenti.
Vorige:
Dark waterVolgende:
The Last DonDe Amerikaanse film
Cabin Fever is een horrorfilm met comedy-elementen, die geregisseerd is door Eli Roth (Hostel, The Green Inferno, Death Wish). Hij maakte hiermee zijn regiedebuut en schreef samen met een vriend van hem het scenario, gebaseerd op een ziekte-ervaring van hemzelf. Hij werkte eerder samen met David Lynch en houdt zich vooral bezig met films in het horrorgenre. Overigens lukte het hem niet om zijn scenario geproduceerd te krijgen, omdat de film Scream halverwege die negentiger jaren zo succesvol was dat studio's alleen Scream-kloons wilden. De film is door de critici nogal gemengd ontvangen, maar was vanwege het lage budget behoorlijk succesvol in de bioscopen.
Het verhaal draait om een groepje van vijf studenten die hun voorjaarsvakantie wil doorbrengen in een afgelegen boshut. Als een van de drie jongens een eekhoorn wil schieten, treft hij per ongeluk een man die daar in het bos ronddoolt. Zijn hond is net doodgegaan door een infectie, die hij vervolgens ook zelf oploopt. De student vlucht terug naar de hut. De zieke en gewonde man komt 's avonds terug en vraagt de studenten om hulp, maar die weigeren dat, waarna hij hun auto aan de gang probeert te krijgen, waarin hij moet overgeven. Zo raken de studenten eveneens een voor een besmet...
Voor de score is aanvankelijk Angelo Badalamenti gevraagd, die Roth al kende vanuit z'n samenwerking met David Lynch. Hij bleek bereid om een aantal themamelodieën te componeren, maar niet de hele score. Daarop is Nathan Barr gevraagd voor de score, die er een typische horrorscore voor componeerde. Hij deed dat kennelijk zoals Roth dat wenste, want ook voor zijn volgende films is Barr weer door Roth gevraagd.
Behalve de muziek van de score bevat het album ook een vijftal tracks met dialoog uit de film, evenals vier songs die gedeeltelijk in de film voorkomen. Sommige songs in de film wilde de regisseur speciaal gebruiken vanwege hun verband met eerdere succesvolle horrorfilms, maar niet al die songs zijn meegenomen op dit album. Het is gelukkig toch vooral een score-album geworden.
Een zestal tracks komt van de hand van Angelo Badalamenti, waarvan drie in het score gedeelte zijn opgenomen en drie als bonustracks aan het eind zijn meegenomen. In het geheel van de stijl van de score zijn het toch wat afwijkende tracks, die gemiddeld een stuk melodieuzer zijn dan de muziek die Barr heeft gemaakt. De meeste muziek van Badalamenti is echter behoorlijk aan de minimalistische kant, met soms slechts één instrument dat je hoort spelen. Tegelijk is die muziek weliswaar melodieus, maar het klinkt allemaal nauwelijks aantrekkelijk. Zo jengelt de elektronische muziek in 'Hermit's Lair' een beetje, terwijl 'Hunting with Bert' een wat grimmige kleuring heeft, waarin lichte, heldere percussie een belangrijk aandeel heeft. De afsluitende bonustrack op het album laat het liefdesthema weer horen, in een wat uitgebreidere versie dan in het scoregedeelte. De melodie is hier best fraai en harmonisch, maar het klinkt allemaal erg minimalistisch. Halverwege echter wordt de muziek duidelijk een stuk grimmiger en zijn er soundscape-achtige geluiden en percussie aan toegevoegd.
De muziek die Barr voor de film componeerde is nauwelijks melodieus. Barr heeft een score gecomponeerd die vrij standaard is voor een horrorfilm, met veel creepy geluiden, veel soundscape en vreemde klanken. Melodie is in Barr's muziek nauwelijks van belang, hoewel een aantal tracks nog wel de nodige celloklanken laat horen.
Een deel van de muziek bestaat uit lange underscoreklanken, waarop ijle geluiden zijn geplaatst, af en toe onderbroken door ritmische tonen van cello of uit de elektronische trukendoos. Barr is zelf een uitstekend cellist en zal dat instrument dan ook vast zelf bespeeld hebben. In andere tracks meandert de cello in toonhoogte, zonder echt melodieus te worden, of blijft het bij een bepaald creepy motief.
Ook incidentele percussie, jankende of zelfs gillende of krassende strijkers, verlopende elektronische klanken, industriële galm en andere effecten zorgen voor die typische horrormuziek-kleuring, waaruit vrijwel alle muziek van Barr bestaat. Een ander typerend effect dat Barr toepast is de hartslag. Maar ook andere versnellende of vertragende muzikale elementen komen voorbij.
Overigens is de muziek van Barr niet speciaal super creepy. Echte schrikeffecten ontbreken vrijwel en ook wilde chaotische muziek is nauwelijks in de score aanwezig. Een flink deel bestaat vooral uit non-muziek, met niet veel meer dan langdradige geluiden en eentonig voortgaande jankende geluiden. Ook de percussie is niet zwaar of grommend, maar juist heel licht en zorgt meer voor een bepaalde ritmiek of spanningsverhogend geflapper of geroffel.
Kortom, met zijn muziek voor de horrorfilm
Cabin Fever heeft Nathan Barr een typerende, vrij lichte horrorscore gecomponeerd, zonder echte schrikeffecten of donkere grommende onderbuikklanken. Vooral de cello speelt een grote rol in zijn score, waaruit hij allerlei vreemdsoortige klanken weet te halen. Soms is die muziek iets melodieus, maar dan zijn het hooguit wat motieven. Verder is de muziek van Barr eigenlijk nauwelijks melodieus. Dat geldt niet voor de muziek die Angelo Badalamenti hieraan heeft toegevoegd. Hij zorgde daarmee juist voor de melodieuze noot, al is zijn muziek toch wel erg aan de minimalistische kant en ontbreekt ook bij hem de grimmigheid niet. De eigenlijke score wordt vooraf gegaan en sluit af met een aantal dialoogtracks en een paar songs. De waardering voor Barr's score als luistermuziek, los van de film, is 23 uit 100 punten. Badalamenti's muziek krijgt nog 52 punten en het album als geheel niet meer dan 37 uit 100 punten.