De Amerikaanse drama-actiefilm Noah is gebaseerd op het Bijbelse verhaal van Noach, de ark en de zondvloed. De film is geregisseerd door Darren Aronofsky (The Fountain, Black Swan), die hiermee weer een van zijn vele controversiële films maakte. De film is in diverse moslimlanden in de ban gedaan, terwijl veel christenen de film heel acceptabel vonden (waaronder ikzelf), ondanks de soms wel erg grote onbijbelse aspecten rondom het verhaal uit Genesis, die Aronofsky op zijn manier invulde. De film is in de pers goed ontvangen en was ook in de bioscopen een groot succes.
Het verhaal draait om Noach (Russell Crowe) en zijn gezin. Hij heeft steeds dromen over een grote overstroming en vertelt dit aan zijn grootvader Methusalach (Anthony Hopkins). Ondertussen zijn ze op de vlucht voor rovende en moordende bendes en komen in een kamp waar zo'n verwoesting heeft plaatsgevonden. Daar treffen ze een meisje die nog leeft. Ze wordt opgevangen in Noach's gezin, maar haar verwonding maakt dat ze geen kinderen kan krijgen. Noach en zijn gezin schuilen bij de 'bewakers', een soort gevallen engelen, die uit steen lijken te bestaan en hen besluiten te helpen. Als Noach een zaadje plant, groeit dat al snel uit tot een heel bos, waarna de 'bewakers' het gezin helpen om een houten schip, een ark te bouwen, zoals Noach in z'n dromen had gezien...
De muziek bij deze film is van Clint Mansell, de vaste componist van regisseur Aronofsky. Hij heeft hiervoor een score gecomponeerd die goed past bij het groots weergegeven verhaal in de fraai verbeelde film. Tegelijk verklankt de muziek ook de leegte van de aarde en de omgeving waarin Noach leefde.
Mansell componeerde een score die vooral atmosferisch is en doet dat in z'n eigen stijl, waarin hij ook al voor eerdere films van Aronofsky, zoals Requem for a Dream en The Fountain componeerde, terwijl ook Black Swan een groot aandeel van de tamelijk expirimentele kleuring bevat, die je hier ook hoort. De muziek is een combinatie van orkestrale muziek, uitgevoerd door voornamelijk het Kronos Quartet, en tamelijk eclectisch muziek uit de elektronische hoek. Daarbij worden de meer traditionele instrumenten ook nog eens regelmatig door de elektronische mixer gehaald, waardoor een aparte sfeer in de muziek ontstaan is. Ook de elektrische gitaar speelt een belangrijke rol in Mansell's muziek.
Die combinatie tussen orkestrale, vervormde orkestrale klanken en elektronische muziek zorgt voor een aparte muzikale beleving, die je wel een beetje moet liggen. Ook de vaak industriële percussie die Mansell aan veel tracks toegevoegd heeft, werkt sterk mee aan de impact van die beleving. De muziek komt dan ook vaak behoorlijk stevig over, soms zelfs als een soort muur van geluid die op je af dendert. Daarbij kan die muziek soms behoorlijk dissonant of zelfs chaotisch zijn. Veel muziek komt ook nogal grillig en grimmig over, waardoor het allemaal wat minder prettig in het gehoor ligt, vooral in tracks waarbij het over de slechtheid van de mensen gaat.
Wel hoor je in diverse tracks typische Mansell-loopjes terugkomen, die ook al in eerdere scores in een vergelijkbare klankkleur te horen waren. Dit stoort overigens niet, maar draagt bij aan het idee dat je naar een 'Mansell-score' zit te luisteren. Een sterk voorbeeld daarvan is 'The Judgement of Man', waarin de heftige klanken steeds een aantal toonhoogtes verspringen, wat steeds herhaalt wordt.
De score kent nauwelijks opvallende of melodieuze thema's. Het zijn veel eerder een soort uitgebreide motieven en structuren die Mansell gebruikt en veelvuldig binnen tracks herhaalt. Dit zorgt samen met de instrumentatie voor de aparte sfeer, die de hele score bepaalt en daardoor de samenhang tussen de tracks. Echt fraaie en doorgaande melodieën komen slechts in beperkte mate voor en die meer melodieuze tracks zijn dan gelijk ook de mooiste van de score, zoals 'Make Thee an Ark'.
Een andere fraaie ingetogen track is 'In Sorrow Thou shalt bring Forth Children', waarin elektrisch versterkte violen een grote rol spelen. Ook in deze track hoor je heel goed de speciale Mansell-loopjes op die violen die in andere scores eveneens nogal prominent aanwezig zijn.
Dat geldt veel minder voor de fraaie en ingetogen, bijna minimalistische track 'Day and Night Shall not Cease', die vooral bestaat uit mooi meanderende klanken op strijkers en getokkelde gitaar. Dit is ook de laatste track van de eigenlijke score op dit Original Score album, die eindigt met een prachtige, wat meer melodieuze climax.
Het album sluit af met een song geschreven en gezongen door Patti Smith. Mansell en zijn arrangeur voor deze film Matt Dunkley, arrangeerden de muziek van de song, die daardoor qua klankkleur prima bij de score past. Maar de song is erg traag, zelfs nogal zeurderig. De lage stem van Smith maakt het er in die combinatie niet aangenamer op.
Kortom, met zijn score voor Noah heeft Clint Mansell een voor de film en tijdsperiode waarin het verhaal speelt, toch behoorlijk afwijkende score gecomponeerd, zoals hij met zijn eigen typerende stijl gebruikelijk is te doen. Voor een film van Aronofsky is deze Mansell-score overigens best heel toegankelijk en een aantal tracks zijn zelfs erg fraai. Maar het grootste deel van de score bestaat vooral uit soundscape-achtige muziek die een nogal dramatische sfeer neerzet van chaos en tragiek. De melodieën komen meestal niet verder dan binnen een beperkte bandbreedte meanderende motieven. De eenheid in de score ontstaat vooral door de instrumentale structuur van de muziek, met veel elektronische klanken, gecombineerd met de orkestrale kracht van het Kronos Quartet. De vele heftige, vaak grimmige muziek is vaak goed beluisterbaar, maar ligt toch minder prettig in het gehoor. De waardering komt daardoor niet hoger dan 62 uit 100 punten.