In 2006 baseerde de bekende thrillerregisseur Brian de Palma zijn film losjes op de waargebeurde moord op Elizabeth Short in 1947 en de geruchten er omheen. Ze werd toen in de pers The Black Dahlia genoemd. In werkelijkheid is die moord nooit opgelost. De productie van The Black Dahlia kende een aantal personeelswisselingen, want aanvankelijk zou David Fincher de regie op zich nemen en ook diverse acteurs zijn ingeruild. De Palma maakte er een ouderwets film-noir verhaal van. De film had uiteindelijk een sterrencast, maar werd niet goed ontvangen, noch door de critici, noch door het bioscooppubliek.
Het verhaal begin in 1947, wanneer twee rechercheurs de moord en verminking van Elizabeth Short onderzoeken. De pers krijgt hier al snel lucht van en omdat haar naam niet bekend gemaakt wordt, noemen ze haar The Black Dahlia. De rechercheurs komen erachter dat Elizabeth actrice wilde worden en een van hen raakt verstrikt in een relatie met een vriendin van Elizabeth. Zijn collega komt bij een ander onderzoek om het leven, maar wordt vervolgens door een gezamenlijke vriendin beschuldigd van diefstal van geroofd geld...
De score zou aanvankelijk door James Horner gecomponeerd worden, maar, evenals vele anderen is ook hij vervangen. Mark Isham mocht vervolgens de klus klaren, waarbij de regisseur hem gevraagd heeft heeft vooral de trompet naar voren te laten komen, bij voorkeur in wat meer dramatische kleuring, om goed bij die film-noir sfeer te passen. Isham speelt zelf uitstekend trompet, naast andere koperinstrumenten en wist hier wel weg mee, wat je duidelijk terughoort in deze overwegend jazzy score.
Isham heeft de score voor deze thriller deels orkestraal gecomponeerd, in tegenstelling tot veel van zijn andere thrillerscores, die meestal hoofdzakelijk op elektronische leest geschoeid zijn, met veel soundscape en effecten. Voor deze score pakte hij het voor een deel anders aan en vooral het trompet-verzoek van De Palma pakt goed uit.
Maar lang niet alle muziek is orkestraal. Een deel komt toch weer uit de elektronische trukendoos, vooral wanneer de muziek een creepy sfeer moet creëren in de film. Orkestrale arrangementen maken dan al snel plaats voor saaie en ongemakkelijke soundscape-achtige muziek, die soms tegen het minimalistische aan hangt. Deze soundscape wordt dan regelmatig aangevuld met allerhande effecten en speciale geluiden en ijle percussie. Vooral de percussie is vaak nadrukkelijk aanwezig, om die wat donkere en onheilspellende sfeer te versterken. Maar ook grommende pianoklanken doen mee om de sfeer van spanning vast te houden.
Toch weet Isham goed het evenwicht te houden, want deze soundscape-tracks worden regelmatig afgewisseld met orkestrale muziek in veelal een nogal jazzy kleuring. Deze orkestrale muziek klinkt op zich goed, maar de overwegend jazzy kleuring blijft steeds zorgen voor een wat ongemakkelijk gevoel in de arrangementen. De melodieën zijn vaak wel aardig, maar blijven toch steeds wat hangen in een spannend en soms wat mysterieus sfeertje. De trompet, die in veel tracks door Isham solo wordt bespeeld is weliswaar melodieus, maar ook die melodieën houden de jazzy en wat mysterieuze kleuring vast.
De trompet en de combinatie met de jazzy kleuring zorgen voor die typische film-noir muziekstijl, zoals je die dertig jaar eerder ook al in Goldsmith's score voor Chinatown hoorde. In zekere zin lijkt deze score van Isham op deze score van Goldsmith, al werkt Isham z'n arrangementen anders uit. En soms levert dat fraaie verrassingen op.
Een apart effect bereikt Isham door de bijzondere combinatie van instrumenten in sommige tracks. Want een harp verwacht je niet zo snel in een semi-dissonante, wat chaotische track, en zo komen nog meer interessante combinaties voorbij. Of de muziek daar fraaier van wordt is een ander aspect, maar verrassend is het wel.
De meer orkestrale en sensueel getinte tracks zijn op de score slechts beperkt aanwezig, vooral halverwege het album. Die wat meer sensuele tracks missen echter een soort ontspannen spanning in combinatie met de nodige passie, waardoor deze tracks wat oppervlakkig blijven. Maar toch zijn deze orkestrale tracks veruit te verkiezen boven de meer spannende en grillige muziek van de vooral elektronisch gekleurde tracks.
Kortom, met The Black Dahlia heeft Mark Isham een voor de film uitstekende score gecomponeerd met enerzijds een jazzy orkestrale insteek voor ongeveer tweederde van de tracks en anderzijds een spannende en vooral soundscape-achtige insteek voor de overige tracks. Beide soorten wisselen elkaar regelmatig af, waardoor een gevarieerd score-album is ontstaan. De elektronische soundscape met z'n effecten en geluiden ligt daarbij toch wel wat ongemakkelijk in het gehoor, terwijl de orkestrale tracks meestal beter klinken. De combinatie van beide stijlen past goed in het film-noir karakter van de score, maar alleen als je van een wat meer jazzy stijl houdt zul je deze score prettig beluisterbaar vinden. Omdat ik niet zo van die jazzy stijl houdt komt mijn waardering voor de score daarmee op niet meer dan 60 uit 100 punten.