Dit is de 16e recensie uit de John Ottman serie.
Vorige:
Snow White: A Tale of TerrorVolgende:
The InvasionDe Amerikaanse film
Hide and Seek is een psychologische thriller die geregisseerd is door de Australiër John Polson (Siam Sunset, Swimfan, Tenderness), die vooral afleveringen van tv-series regisseert. De film is opgenomen met vijf verschillende aflopen, waarvan een is gebruikt voor de Amerikaanse release en een andere voor de internationale release. Alle vijf zijn meegenomen op de DVD, waarbij de kijker zelf z'n keuze kan maken. De critici waren overwegend nogal negatief over de film en ook het publiek was vaak niet enthousiast. Desondanks was de film is de bioscopen een groot succes.
Het verhaal draait om dr. David Callaway (Robert de Niro) en z'n negenjarige dochter Emily (Dakota Fanning). Als hij z'n vrouw dood in de badkuip aantreft, vertrekt hij met z'n dochter naar buiten de stad New York. Daar lijkt Emily te fantaseren over een vriendschap met 'Charlie'. Maar Charlie is niet echt, waar haar vader aanvankelijk niet op reageert. Pas wanneer 'Charlie' hun kat in de badkuip heeft verdronken, wordt hij ongerust. David nodigt vervolgens een vrouw uit om met haar nichtje die even oud is als Emily, op bezoek te komen. Maar als het noodlot toeslaat, heeft 'Charlie' dat gedaan...
De muziek bij deze thriller is van John Ottman, die er een suggestieve score voor componeerde. De openingstrack laat dat al horen, want de zachte stem van Deborah Lurie zingt de melodie. En dat is zonder meer een heel aardige melodie, terwijl de begeleiding al duidelijk een ondertoon van dreiging laat horen. De melodie is gelijk ook het hoofdthema van de film en die komt in meer tracks terug. Ook de tweede track, 'Exploring' laat die themamelodie horen in een heel ingetogen arrangement, waarin opnieuw de dreiging op de achtergrond loert.
De spanning neemt toe in 'What did You do?', die al veel meer de trekken van horrormuziek heeft meegekregen. Hierin heeft Ottman over de redelijk melodieuze muziek veel creepy geluiden gezet en de melodielijn regelmatig onderbroken door spannende en horrorachtige intermezzo's van jankende violen, lage en grommende klanken en allerlei onbestemde geluiden. Ook plotselinge uitbarstingen van koperblazers komen in de laatste minuut sterk naar voren. En dat gaat ook in volgde tracks zo door, terwijl er zonder meer fraaie orkestrale arrangementen door Ottman worden ingezet, waar steeds weer creepy geluiden en instrumentaties overheen worden gezet.
In 'Toy Shrine' speelt een waterige piano een prettige melodie op een begeleiding van rustige strijkers. Maar het klinkt afstandelijk en zelfs wat kil, wat in het laatste deel van de track versterkt wordt door ongemakkelijke klanken. Zo speelt Ottman met sfeer, die het ene moment best aangenaam is, zelfs onschuldig klinkt, maar een volgend moment zomaar kan omslaan. Toch hebben ook de meer aangename en best wel melodieuze tracks steeds een soort van dreigende ondertoon. Dat maakt die muziek eigenlijk heel aantrekkelijk om naar te luisteren. Maar daar tegenover staan de tracks of gedeelten van tracks die vooral creepy muziek laten horen.
Die creepy muziek bestaat voor een flink deel uit heel rustige klanken, zoals in 'Doll's Head', waarin ongemakkelijk klanken van strijkers, klarinet en losse pianotonen voor de dreiging zorgen, terwijl later allerlei wind-achtige synthesizerklanken de nodige extra spanning toevoegen in deze heel ongemakkelijk kalme track. Aanvankelijk loopt deze stijl door in de track 'Playing with Charlie', maar vervolgens loopt de spanning op doordat Ottman het volume laat toenemen tot een ongemakkelijke climax. De volgende tracks kabbelen weer rustig voort met minimalistische klanken, die overigens een behoorlijk creepy karakter hebben.
Pas in 'Kitty Bath' krijgt de muziek weer de nodige stevigheid en neemt de spanning dan ook flink toe. En in 'Marco Polo', dat ook weer vrij kalm begint, neemt de muziek steeds creepier vormen aan. Dat laatste geldt zeker voor 'The Cave', met jankende violen, slaande pianoklanken en koperblazers en percussie die de spanning naar een kookpunt brengen. Het allemaal geen gemakkelijk beluisterbare kost.
De laatste twee tracks brengen de themamelodie weer voor het voetlicht, die in de eerste van die twee 'Emily's Theme' genoemd wordt. Deborah Lurie zingt met een meisjesachtige stem, die wat zacht is en allicht bewust niet altijd zuiver, waardoor de tekst die ze zingt wat kinderlijk wordt. Dat geeft zeker ook een extra lading aan de song mee. Dat geldt dan weer juist niet voor de afsluitende popsong-versie, die door Sharlotte Gibson gezongen wordt, op een volwassen manier. Ook het arrangement heeft een volwassen popmuziekstijl, compleet met elektronische stemvervormingen. Toch past een tekst over kinderlijk verstoppertje spelen duidelijk wat minder in zo'n hipperige popsong.
Kortom, met zijn muziek voor de psychologische thriller
Hide and Seek heeft John Ottman een score gecomponeerd met een nogal creepy kleuring. De muziek is vooral orkestraal gemaakt, maar elektronische effecten en klanken ontbreken niet. Overigens bestaat een flink deel van de creepy klanken gewoon uit orkestrale instrumentatie. Dan gaat het om jankende violen, grimmige pompende koperblazers, stevige percussie of een waterig klinkende piano. Tegelijk bestaat een deel van de tracks uit best wel prettig beluisterbare en redelijk melodieuze muziek, hoewel de onderhuidse dreiging nooit ver weg is. De waardering komt juist daardoor nog op een heel behoorlijke 67 uit 100 punten.