De Amerikaanse documentaire-film The Kid Stays in the Picture is geregisseerd door het duo Nanette Burstein en Brett Morgen, die zich vooral met documentaires bezighouden en al vaker hebben samengewerkt. De documentaire is gebaseerd op het boek met dezelfde titel die de in 2019 overleden filmproducer Robert Evans in 1994 over z'n eigen leven heeft geschreven. Ondanks dat de film verrassend weinig filmbeelden vertoont en het vooral van de vertelling en foto's moet hebben, is de film door de critici erg goed ontvangen en heeft ook diverse prijzen gewonnen.
De documentaire vertelt het buitengewone levensverhaal van de nogal zelfingenomen zakenman/filmproducer Robert Evans, die begon met winkels voor dameskleding. Toen hij 26 jaar was werd hij vanwege z'n aantrekkingskracht gevraagd door een vrouwelijke actrice om haar tegenspeler te zijn. Een paar jaar later besloot hij om filmproducer te worden en wist hij door zijn nogal rigide manier van werken velen tegen zich in het harnas te jagen, maar zich desondanks op te werken tot hoofd productie van de slecht presterende filmmaatschappij Paramount. Daar had hij grote successen. Maar privé liep zijn leven op z'n minst nogal turbulent...
De score voor deze documentaire is gecomponeerd door Jeff Danna, die er een aantal nogal verschillende tracks voor schreef. Daarnaast komen op het album een aantal tracks van andere voor, zowel songs als instrumentale tracks.
Deze tien (of eigenlijk elf) tracks die niet van Danna zijn geven een soort van tijdsbeeld waarin de documentaire zich afspeelt. 'Di-Gue Ding Ding' is daarvan de eerste, een instrumentale track van filmmuziekcomponist Michel Legrand uit 1964. Direct daarna volgt de song 'Wild World' van Cat Stevens, die vooral vanwege de titel gekozen zal zijn.
Het volgende groepje van twee tracks begint met een instrumentale track van Chico O'Farrill, die een soort big-band-muziek ten gehore brengt, met een jazzy, caraïbische kleur, waarbij vooral een piano opvalt. De volgende is de bekende song 'Crocodile Rock' van Elton John uit 1973.
De instrumentale track 'Love is Blue' is bekend geworden in deze uitvoering van Paul Mauriat, die met deze prettige sfeermuziek zelfs bovenaan de Amerikaanse hitparade heeft gestaan. Daarna volgt een track van de eveneens Franse componist Francis Lai, die zelf groot succes had met zijn sfeervolle muziek voor de even succesvolle door Robert Evans geproduceerde film Love Story.
De song 'Dirty Work' van de band Steely Dan zal allicht weer gekozen zijn vanwege de titel, want de song heeft geen connecties met films of werk van Evans. Dit is een heel prettige popsong met een wat Americana stijl.
'Machine Gun' is een stevige disco-achtige track van The Commodores. Deze wordt gevolgd door de nogal ingetogen, bijna lijzig gezongen song 'What 'll I Do', geschreven door Ivring Berlin in 1923, maar gezongen door acteur William (Bill) Atherton in de door Evans geproduceerde en succesvolle film The Great Gatsby. Deze song opent ook het album, maar dan in een door Jeff Danna opnieuw gearrangeerde versie, die prettig orkestraal aandoet, met strijkers die de melodie spelen.
Het album sluit af met het thema uit de meest succesvolle film die door Robert Evans is geproduceerd. Dat 'Love Theme from The Godfather' wordt hier gespeeld door rockgitarist Slash van de band Guns n' Roses, die een stevige en prettige bite aan de muziek van Nino Rota geeft.
Met zijn instrumentale score volgt Jeff Danna een beetje de tijd waarin de documentaire op dat moment speelt. Een deel van de muziek heeft daardoor een wat meer vijftiger jaren stijl, andere weer meer zestiger of juist zeventiger jaren stijl. Maar ook meer spannende muziek, zoals in de prettig klinkende track 'Pack Your Bags', met een fraaie staccato underscore van lage klanken, of 'The Picture Stinks', die een beetje diezelfde stijl heeft als 'Pack Your Bags', maar met wat meer aparte effecten. Een andere spannende track is 'Cocaine/Murder', die veruit de langste van het album is. De melodie volgt opnieuw het thema van beide hiervoor genoemde tracks.
Een aantal tracks van Danna zijn gelinkt aan films die Evans geproduceerd heeft, zoals 'The Detective', met een wat staccato zestiger jaren kleurtje, of 'The Sun Also Rises', die prettig orkestraal klinkt, met een trompet die een fraaie, licht dreigende solo speelt, gevolgd door castagnettes en Spaanse gitaar, voor een wat Mexicaans kleurtje. De track 'Polanski/Rosemary's Baby' begint in een wat up-tempo jazzy kleuring, om na driekwart minuut over te gaan in donkere en spannende underscore met een soort creepy soundscape-karakter. 'Sinatra' slaat op Frank Sinatra, die gespeeld heeft in een van de eerste films van Evans. De licht jazzy gekleurde muziek spreekt echter niet zo aan en heeft nogal een comedy-achtige stijl.
Die comedy stijl hoor je ook sterk terug in 'Jews, not Italians', die een vlot ritme heeft en een beetje overkomt als draaiorgelmuziek.
De score sluit af met wat meer ingetogen, melancholieke muziek in de track 'Once I Was King', die overigens ook meer dreigende elementen bevat, en 'I Made my Dash', die begint met een soort jazzy-grunge stijl, om toch prettig orkestraal af te sluiten.
Kortom, met deze soundtrack bij de documentairefilm The Kid Stays in the Picture, naar een uitspraak van de beroemde filmproducent Darryll Zanuck, geeft een muzikaal tijdsbeeld van de opmerkelijke carrière van filmproducent Robert Evans. Het album bevat een aantal songs en instrumentale tracks die dit tijdsbeeld bevestigen, maar ook de scoremuziek van Jeff Danna doet dat op een gevarieerde manier. Het album laat een paar verschillende muzikale stijlen horen, in zowel prettig orkestrale arrangementen als in meer jazzy of spannende arrangementen. Een aantal tracks zijn zeker zeer beluisterenswaardig, maar de meeste tracks spreken wat minder aan. De waardering voor de tracks die niet van Danna zijn is 73 uit 100 punten, de waardering voor een prettige beluisterbaarheid van Danna's scoremuziek is 70 uit 100 punten, waarmee dit album een gemiddelde krijgt van 71 uit 100 punten.