Dit is de eerste recensie uit de Rupert Gregson-Williams serie.
Volgende:
Hacksaw RidgeDe Amerikaanse komedie
Over the Hedge is een animatiefilm die geregisseerd is door Tim Johnson (Antz, Sinbad: Legend of the Seven Seas) en Karey Kirkpatrick, die daarmee zijn eerste film regisseerde. De film won een aantal prijzen en is ook in de pers goed ontvangen. Daarbij wist eveneens het bioscooppubliek de film wel te vinden, want dit was een groot succes.
Het verhaal draait om een aantal dieren, waarvan wasbeer RJ (stem Bruce Willis) een leidende rol heeft. Nadat zijn pogingen om eten uit een automaat te stelen mislukt zijn, vindt hij een voedselvoorraad van een aantal dieren die nog in winterslaap zijn. Maar beer Vincent (stem Nick Nolte) wordt wakker en RJ wil er vandoor, waarbij het voedsel door een auto overreden wordt. De dieren lijken nu honger te moeten lijden en gaan op zoek naar eten. Als ze op een heg stuiten blijkt daar een woonwijk achter te liggen en RJ weet de andere dieren te overtuigen dat ze daar, over de heg, gemakkelijk voedsel kunnen vinden...
De muziek bij deze film is van Rupert Gregson-Williams, die de laatste jaren flink aan de weg timmert en z'n broer Harry naar de kroon steekt. Maar in 2006 liep het bij Rupert nog wat moeizamer, met vooral tv-films. Met zijn geweldige score voor Bee Movie in 2007 kwam eigenlijk pas de doorbraak naar de grotere films.
Een jaar eerder maakte hij de score voor
Over the Hedge, waar dit soundtrackalbum van is uitgekomen.
Het album bevat een aantal songs van Ben Folds, een Amerikaanse zanger, die zelf z'n liedjes schrijft en zichzelf vaak begeleidt. Op dit album staan vijf songs, waarvan hij er vier zelf heeft geschreven, waarvan drie speciaal voor deze film. Zijn songs vallen in de categorie luistersongs of lichte popsongs. De songs hebben een beetje last van de staccato-achtige arrangementen, waardoor de songs een beetje deuntjes worden en wat minder aanspreken. Vooral 'Family of Me' en 'Heist' hebben hier last van. De song 'Still' is wat ingetogener, maar het pianospel van Folds spreekt niet echt aan. In de lange 'Reprise' van deze song, waarmee het album afsluit, maken de strijkers nog veel goed, maar het blijft een beetje aan de magere kant.
'Rockin' the Suburbs' is een wat oudere song van Folds en voor de film aangepast. Het begint een beetje rockend, met een rockgitaar, die naderhand weer terugkomt. Halverwege volgt een heel stuk dialoog van William Shatner, wat grappig is, maar niet te vaak.
De song 'Lost in the Supermarket' is niet van Folds, maar van punkband The Clash, voor wie dit zelf overigens een voor hun doen rustige song was. Ben Folds hanteert diezelfde stijl en geeft de wat springerige song wat eigen kleuring mee, maar het blijft een magere song, net als de andere songs van Folds. Je moet een beetje van zijn stijl houden en mij ligt die stijl niet zo.
Van de score van Gregson-Williams staan er slechts zeven tracks op dit album, wat een beetje mager is. Aan de muziek kun je goed horen dat het voor een komedie geschreven is. De muziek is wat grillig en kent binnen tracks veel volume- en tempowisselingen, waardoor de muziek wat vermoeiend is om te beluisteren. Dat geldt ook voor het snelle tempo van een paar van die scoretracks, die het typisch bij een animatiekomedie laten horen, zoals in de track 'Play?'.
Daar komt bij dat in veel tracks de melodieën nauwelijks tot de verbeelding spreken. Dat geldt gelukkig niet voor elke track, zoals 'The Family Awakes', waarin een mooie melodie gepresenteerd wordt, maar die in andere tracks nauwelijks opvallend terugkomt. Toch zijn enkele gedeelten van sommige andere tracks zeker ook het beluisteren waard. Maar als geheel valt de score van Gregson-Williams toch wat tegen en is het komedie-gehalte veel te hoog om prettig beluisterbaar te zijn.
Kortom, dit soundtrackalbum van
Over the Hedge bestaat voor de helft uit songs en de andere helft uit scoretracks van Rupert Gregson-Wiliams. De songs, gezongen door Ben Folks zijn allemaal wat aan de magere kant, zowel qua melodie als qua arrangementen en hebben een vrij hoog deuntjesniveau. Je moet hier een beetje van houden. De muziek van de scoretracks doet het echter niet veel beter. Het komediegehalte is vrij hoog en dat maakt de beluisterbaarheid toch een stuk beperkter, zoals ook Joris Kessels al aangaf. Op enkele momenten na laten de melodieën nogal te wensen over, terwijl de meeste muziek behoorlijk aan de grillige en staccato-achtige kant is, typisch voor komediemuziek. Dat zorgt voor een waardering die voor de songs niet hoger komt dan 65 en voor de scoretracks niet hoger dan 61 uit 100 punten. Gemiddeld komt dat voor het album op 63 uit 100 punten.