De Franse film Astérix aux Jeux Olypiques is de derde film uit de Astérix-serie. Al die verhalen zijn (losjes) gebaseerd op de wereldberoemde strips van René Goscinny en Albert Uderzo. De film was toen een van de duurste Europese films ooit en kwam maar net uit de kosten. De critici lieten weinig heel van de film, maar in de bioscopen was de film nog redelijk succesvol.
Het verhaal draait om de aloude strijd van de bekende Galliërs Asterix en Obelix tegen de Romeinen. Die Romeinen doen mee aan de Olympische spelen en de Galliërs kunnen natuurlijk niet achterblijven. Daarbij moet er ook nog een jonge Galliër gekoppeld worden aan een mooie prinses en moet ook nog de verschrikkelijke Brutus, de geadopteerde zoon van niemand minder dan Julius Caesar himself, bestreden worden. Maar toverdrank is bij de spelen niet toegestaan...
Bij de film is een score-album uitgekomen, die wel erg vreemd opent met een aantal rap en hip-hop-achtige tracks, die zowel door een man (Big Ali) als door vrouwen worden 'gezongen'. Dit soort songs zijn voor mij nou niet direct de gedroomde openingstracks. Pas vanaf de vijfde track begint Fréderic Talgorn's score met de main titles, of zoals dat voor Franse films geldt, de 'Générique Début'. De toonsetting is gelijk vrolijk en fris, want Talgorn past veel snelle houtblazers en af en toe snelle koperblazers toe. Daarmee zorgt Talgorn al gelijk voor een muzikale sfeer die goed bij een komedie past.
Voor de film heeft Talgorn een volledig orkestrale score gecomponeerd, die vaak stevig uitpakt en toch ook vaak fraai verhalend is. De komedie wordt in veel tracks benadrukt en ook het hoofdthema voor Astérix en Obélix, dat je in de gelijknamige tweede scoretrack hoort is duidelijk komisch geïnspireerd. De sprankelende melodie is vlot en fris, maar heeft soms een beperkt deuntjes-gehalte. Dat laatste geldt overigens voor meer tracks en is bijna onvermijdelijk bij een dergelijke slap-stick-komedie. Daarmee ontstaat soms de indruk dat de muziek tegen het mickey-mousige aan hangt.
Toch is de muziek vrolijk en vaak stevig orkestraal genoeg om ondanks dat komedie-karakter toch aangenaam te zijn. Daarbij helpen de verhalende tracks, zoals 'En Route vers Olympie' erg mee voor een aangename luisterervaring.
Natuurlijk hebben de personages in de film allerlei ontmoetingen met vreemde mensen. Zo hoor je in de track 'Les Juges' een duidelijk Arabische kleuring. En aan de muziek te horen is 'Dr. Mabus' een wat geheimzinnige figuur.
Het hoofdthema van de film komt in de 'Scène du Balcon' op een wel heel romantische manier voor het voetlicht. Het thema wordt traag gespeeld met vooral lichte violen en harpklanken, waarna halverwege het hele orkest kort inzet, om bij de tonen van een xylofoon weer op de romantische toer te gaan. Een erg fraaie track.
Als de spelen in de film worden geopend bij track 14, klinkt muziek die je zo bij zo'n opening zou kunnen verwachten. Met vol orkest zet Talgorn hier een bijzonder fraaie Bolero-achtige track neer, die soms de indruk van een trage mars wekt.
De wedstrijden die daarop volgen vanaf de track 'Course de Relais' worden begeleidt door vooral spannende muziek, die vaak wat grillig overkomt. De melodieën laten dan wat meer te wensen over, waardoor dit duidelijk minder aangename tracks zijn. Pas bij de 'Préparatifs de la Course de Chars' is er nog geen echte wedstrijd, het zijn immers voorbereidingen, préperartifs, waardoor dit toch fraaie vol orkestrale tracks zijn. Als de wedstrijden met de wagens dan echt losbarsten in de erg lange track 'La Course de Chars' is die spanning en daarmee de grilligheid weer terug.
De mooiste track is 'Couronnement et Banquet Final', waarin Talgorn uitpakt met een bijzonder fraaie en vol orkestrale finaletrack. De melodie daarvan spreekt enorm tot de verbeelding en de koperblazers maken er een schitterende fanfare van.
Het album sluit af met de Franse jaren '80-hit Besoin de Rien, Envie de Toi', die in de film wordt opgevoerd door Benoît Poelvoorde. Dit is dan ook geen echte song, maar een live stukje uit de film zelf, waarin Poelvoorde de tekst zingt zonder verder begeleiding. Aan het eind vraag hij nog aan z'n omstanders of het zo goed was... Een leuke grap aan het eind van dit meestal erg aangename album.
Kortom, met Astérix aux Jeux Olypiques heeft Fréderic Talgorn een fraaie score gecomponeerd. De muziek is vol orkestraal en de arrangementen drijven op meestal mooie melodieën. Alleen waar in de film tijdens de wedstrijden de spanning toeneemt, gebeurt dat ook in de muziek, die daardoor duidelijk minder aangenaam wordt. Maar de score bevat ruim genoeg bijzonder fraaie tracks om van te genieten. Het is alleen jammer en mij volkomen onduidelijk waarom dit album met vier rap-hip-hop-songs begint, die hier totaal misplaatst zijn. Die songs sla ik over en kom dan met de waardering op een mooie 81 uit 100 punten voor Talgorn's score.