Volg ons!

Craig Armstrong in Concert

19/10/2006

Een concert meemaken met één van je grootste idolen is niet echt zo’n gekke gedachte; dat is er wel één als je weet dat dat idool een klassiek getrainde componist is die vooral bekend is om zijn filmscores maar ook enorm veel op de achtergrond heeft gewerkt bij geniale bands als Massive Attack of carrières uit het slop heeft gered van artiesten als Madonna (Dan spreek ik over het geniale arrangement van Frozen)
Anyhow, zulk een concert meemaken van zo’n grootse muzikale persoonlijkheid in zo’n klein land als belgië is iets als een kans op duizenden als het gaat om een man die je altijd al enorm hebt bewonderd.

En ik moet zeggen, ik was énorm onder de indruk, al had ik toch al wel vrij hoge verwachtingen, deze werden méér dan “gewoon” ingelost. Wat niet echt veelvoorkomend is bij concerten waar filmmuziek wordt uitgevoerd, aangezien deze vaak helemaal anders zijn dan op cd en deze in sommige gevallen zelfs tot andere composities maken omdat net het element dat aanwezig was op de opname dat die zo herkenbaar maakten of net specialer maakten afwezig is. Dan heb ik het bvb over het concert van Hans Zimmer van enkele jaren geleden in Gent waar stukken uit zijn filmscores-repertoire werd voorgesteld en uitgevoerd door een live-orkest. Ondanks dat ik er toen zelf niet bij was had ik toen toch nog de hand kunnen leggen op opnames die niet op het officiële Decca-album verschenen waren. Waar ik het eerst vreselijk vond dat de Decca release schitterde door afwezigheid van de live opnames die ik nét wilde horen, waaronder Crimson Tide & The Battle uit Gladiator, kon ik het achteraf helemaal begrijpen, aangezien ik aanvankelijk bij de eerste beluistering van de opnames van die bewuste uitvoeringen de bewuste muziekstukken zelfs niet herkende. Het veelvuldig gebruik van electronica heeft er allicht veel te maken zou je denken maar..

Daar blijkt dan toch niet zovéél waar / terecht van te zijn aangezien dit helemaal niét het geval was bij de muziek van Craig Armstrong, een man die toch niet echt vies is van het gebruik van electronica in zijn werk. Ondanks het feit dat er toch geen electronica gebruikt werd in combinatie met live orkest tijdens het concert, wat overigens mijn énige punt van kritiek is op de hele avond, waar ik dadelijk nog even verder op zal ingaan, kwam de muziek desalniettemin toch vrijwel helemaal tot zijn recht, wat de meesterlijke kennis van zaken van Craig Armstrong over instrumentatie en orkestratie hier wel duidelijk bevestigd.

Maar, “vrijwel” alles, wat wil zeggen dat er toch één of meer dingen niet echt uit de verf kwamen zoals het hoorde, en dan heb ik het over de uitvoering van Escape, dat die avond vlak achter de dan weer méésterlijke en enorm emotionele uitvoering van “Hanging” kwam, beiden uit Plunkett & Mcleane. Anyhow, iedereen die het stuk “Escape” kent, wéét dat nét de mix / subtiele toevoeging van Electronica met het orkest / koor het net zo speciaal, héérlijk eclectisch en zo.. “Armstrong” maakt. De subtiliteit was compléét verdwenen doordat de subtiele elektronische beat vervangen werd door compleet a-subtiel ritmisch slagwerk (waaronder pauken) waardoor heel de sfeer compleet niét overkwam. Blijkbaar blijft het een soort van taboe om orkest te mixen met electronica aangezien dit in feite perféct mogelijk zou moeten zijn.

Nu goed dat is wat betreft de énige kritiek die ik had, voor het geheel vond ik het een magnifieke ervaring en een voortréffelijke uitvoering door het orkest en koor van de opera van Gent, olv Dirk Brossé.

En dat begon al meteen met de prachtige opening, “World Trade Center Choral Piece”, en hier komt ook al meteen mijn mooiste compliment voor het koor dat ik maar kan geven: De uitvoering door het koor die avond overtrefte naar mijn mening de uitvoering op het originele soundtrack-album van WTC. Nuja, naar mijn mening, ze was vooral anders, maar ze kon me alleszins meer bekoren. Waar de interpretatie op de originele opname vrij koel en afstandelijk is, was ze hier véél warmer van klank en vrijer geïnterpreteerd (waaronder de lichte glissando’s in enkele specifieke toonsovergangen). Langs de andere kant, waar de warme klank en de opvallende aanwezigheid van solistische sopranen in het koor aanwezig was met een opvallende voorkeur voor een operatische romantische klankkleur inclusief vibrato was die er héél af en toe toch iets te veel aan in sommige fragmenten van andere stukken.

Het concert vervolgde na deze indrukwekkende opening met het korte maar krachtige en vreselijk indrukwekkende “O Verona” uit baz Luhrmann’s Romeo & Juliet. Veel hoeft er niet over gezegd te worden. Het was vooral.. indrukwekkend en heerlijk om eindelijk ‘ns live zien uitgevoerd te worden. Het was pas bij dit stuk dat het projectiescherm boven het orkest me pas écht opviel waar beelden vanuit de film op werden geprojecteerd, afgewisseld met close-ups uit het orkest. Wat wel leuk was, maar vanuit het standpunt waar ik in de zaal vond soms wel storend als ik het nu ‘ns echt het koor wilde zien, aangezien het scherm dat zicht net een beetje belemmerde omdat het toch behoorlijk laag hing. Dat terzijde was het wel sfeervol en gaf het toch wel een extra dimensie aan het concert zonder te veel een “show”aspect te willen zijn.
Hierna kwam het, al eerder kort aangehaalde “Hanging” met vlak erachter Escape. Heel indrukwekkende uitvoering van Hanging, heel emotioneel, enorm diepgaand. Één van de vele momenten waarbij ik op het puntje van m’n stoel zat en helemaal opging in puur muzikaal genot.
Hierachter kwamen dan 2 aaneengesloten stukken uit The Quite American, één van de subtielere soundtracks van Armstrong, die niet moet onderdoen voor z’n ander werk maar nu éénmaal muzikaal minder uitgesproken is en het meer moet hebben van sfeer dan herkenbare “meezingbare” “deuntjes”.

Verrassend was (voor mij toch) wat achter dit gebracht werd, maar uiteindelijk toch (weer) een enorm aangename verrassing was waar ik de mindere kantjes graag voor lief nam. Het was Armstrong’s arrangement van “One Day I’ll fly away”, wat in de film door Nicole Kidman gezongen werd, hier werd het een door een voor mij tot nu toe onbekende zanger gezongen, met allicht een andere “interpretatie” dan Kidman’s interpretatie, maar eer ik die gewoon was, kon ik er uiteindelijk toch niet anders dan van intens genieten, met het hoogtepunt wanneer het koor erbij kwam. Het enige spijtige dit keer was, dat de balans niet zo goed was afgesteld waardoor de zang te luid en het orkest bijgevolg te veel op de achtergrond soms was, waarbij de zanger ook nog ‘ns te dicht bij de microfoon zong. Maar versta me niet verkeerd, het bleef absoluut een verrassend prettige ervaring, de zaal die plots in een romantische sfeer werd omgetoverd door roodachtig gekleurde lampen maakte ook heel de sfeer compleet ^^.

De volgende 2 werken behoorden tot de enkelen waar ik érg hard naar uitkijk om live te horen, Lissa’s theme uit best Laid Plans en new York City (Orchestral version) uit The Bone Collector. Ook hier heb ik eigenlijk weinig op te zeggen buiten dat ik versteld stond van de authentieke klank van het orkest, hoe ongeloofelijk goed het werd uitgevoerd, hoe enorm gelijkend en trouw ze was aan de originele opname, alles wat de originele opnamen zo .. prachtig maakten was te horen en te vinden in de uitvoering. I was absolutely blown away and amazed.
Minder was ik dan weer “blown away” door “The Clearing”, maar daar heeft de uitvoering helemaal niets mee te maken, aangezien ik het altijd al één van de minder boeiende scores van Armstrong heb gevonden.
Ook Ray & Della’s theme uit Ray was wel aardig, maar ook niet echt méér dan dat, maar ook dat heeft helemaal niéts met de feilloze uitvoering te maken. De meer interessante orkestrale stukken waren dan ook vooral in het eerste deel van het concert, de stukken die nu werden gepresenteerd waren de minder bekende / meer sfeervolle, zoals ook het “Glasgow Theme” uit Love Actually.
Wat hierna volgde was dan weer een reeks van enorm indrukwekkende uitvoeringen, waaronder het enorm sfeervolle “Rebecca”, een muzikaal subtiel hoogstandje met prachtige akkoordovergangen (en ook wederom een heel diepe interpratie).
Ook het alombekende “Balcony Scene” kon onmogelijk ontbreken op het programma. Hier vooral viel het me hard op hoe meesterlijk weer Armstrong is in het arrangeren en orkestreren. Partijen die op het eerste gehoor onmogelijk echt zouden kunnen worden uitgevoerd blijken gewoon toch te kunnen; de enige domper op de feestvreugde was een compleet misplaatste en vreselijk valse en foute inzet van de concertmeester ^^.

Ook het Celllo theme en het Ethereal Theme uit World Trade Center werden zéér mooi uitgevoerd, en ook Armstrong’s stempel op Nature Boy was overduidelijk aanwezig, al had ik toch ook wel graag meer indrukwekkend werk gehoord uit Moulin Rouge, waaronder het toch wel meer uitdagende El Tango de Roxanne of het absoluut fenomenale “The Show Must Go on”.

Dé verrassing van de avond was dan het moment waarop craig Armstrong zelf enkele nummers op de piano bracht, solo. 3 dingen bracht hij, waaronder een werk uit World Trade Center, daarnaast een werk van een soloplaat van ‘m (Piano Works). Het was alleszins een heerlijke ervaring om de man achter zijn instrument te zien waar hij volledig zichzelf kon zijn en zich kon uitleven. Zijn 2de solowerk liet hij dan al improviserend overgaan in de zelfgeschreven song, “Let it be Love”, die hij samen met de zanger bracht die eerder op de avond. ook Nature Boy & one Day I’ll fly away zong

Tussen de werken door kwam Craig Armstrong 2 keer even naar voor om een kort interview af te leggen met de presentator. En hoe groots de muzikale genialiteit en meesterlijkheid van deze man is, zo enorm bescheiden is hij, althans zo kwam hij over. Z’n aanvankelijk moeilijk te verstaan Schots accent versterkte die bescheiden gedachte alleen maar. En toen de man later nog eens erin slaagde te struikelen over een lamp op het podium nadat hij toch niet op het dirigentjeverhoogje wilde staan om applaus te ontvangen voor het concert waar hij in feite in het middelpunt van de belangstelling stond, ontstond het moment dat ik nog vééél meer appreciatie krijg voor de man dan dat ik al had.

Een mens die in al zijn meesterlijke muzikale genialiteit zo bescheiden blijft, het is een unicum.

Peter Van Riet

 



Meer