Volg ons!

Charlie Chaplin in Concert

22/10/2006

Hoe uitzonderlijk is het niet om exact 75 jaar terug in de tijd te reizen… Naar een wereld in zwart en wit. De wereld van een kleine zwerver, met bolhoed, wandelstok en snorretje. In andere woorden: de Kunst van ‘Charlie Chaplin’. Het oeuvre van dit bijzonder personage is niets minder dan filmgeschiedenis te noemen. In dit kader een concert met filmprojectie bijwonen - om zelf dat stukje filmgeschiedenis te proeven - is dan ook een uitzonderlijke ervaring. Film en muziek zoals het in die tijd bedoeld werd en zoals het nog zelden kan ervaren worden. Het Vlaams Radio Orkest staat deze keer o.l.v. Carl Davis. Een expert ter zake. Davis geniet een uitstekende reputatie als dirigent van live muziek op film en rijgt de ene tournee aan de andere. Verder bracht hij onlangs nog bij Silvascreen een erg gesmaakte ‘Essential Film Music Collection of Charlie Chaplin’ op de markt met het ‘City Of Prague Orchestra’ ( ref. 0001198SILCD). Een hele eer dus om deze man hier te gast te hebben. Voeg daar nog de onlangs gerestaureerde locatie – studio 4, Flagey – aan toe, en je weet dat je gebeiteld zit voor een magische avond!

Maar de magie van Charlie Chaplin had naast het scherm ook iets dubbel. Want Chaplin zelf was een ongelofelijke controlefreak en had de reputatie bij momenten onmogelijk te zijn. Het grote talent dat hij met zich meedroeg dicteerde zijn doen en laten. Maar de liefde voor zijn Kunst – en vrouwelijk schoon - waren bovenal zijn levensdoel. Het levensverhaal dus van een artiest avant la lettre. En bij Chaplin gaat het dan ook om een veelzijdigheid zelden gezien in de filmwereld. Niet alleen bedacht hij het personage. Hij schreef, acteerde, regisseerde, en componeerde voor zijn eigen films. Zelf was hij geen onaardige muzikant en speelde wat viool, cello en piano. Maar het schrijven en orkestreren voor symfonisch orkest was een taak te machtig voor de kleine man. Dus riep hij hulp in van arrangeurs die zijn muzikale ideeën konden vertalen naar orkest. Maar Chaplin had natuurlijk altijd het laatste woord. Het was bijvoorbeeld niet uitzonderlijk dat hij tijdens een opnamesessie nog op de valreep veranderingen aanbracht om zelfs de kleinste details – bvb. tempo, timbre, stemming, crescendo’s – tot in perfectie door te drijven. Daardoor was het helemaal niet eenvoudig om na al die jaren de originele manuscripten te restaureren voor live voorstellingen als deze. Net omdat er zoveel verschillende versies met aanpassingen, notaties bestonden. Mede dankzij Carl Davis zelf zijn de gerestaureerde scores van Charlie Chaplin een feit en zijn concerten als deze mogelijk geworden.

Langs een zijdeur stapt componist en dirigent Carl Davis het podium op. Een kleine, grappige verschijning die - na een korte groet aan het publiek en zijn muzikanten – met gespreide armen de openingsgeneriek opwacht. We schrijven 1931. Het was in die tijd zeer gebruikelijk om de credits van de film in het begin te tonen. De muziek kreeg hierdoor enkele minuten vrij spel en introduceerde in volle pracht de belangrijkste muzikale thema’s vervat in een muzikale medley of ouverture. Ook ‘City Lights’ brengt dit in aloude traditie. De violen zwellen aan na de eerste maat en Davis tovert ware magie uit Chaplin’s bol hoedje. Al na de eerste noten nemen Davis en het VRO de toeschouwer mee naar de wereld van ‘the tramp’.

Wat enorm opvalt is de kracht van ‘City Lights’ en zijn score. Het heeft een universele uitstraling en heeft zelfs na al die jaren niets van zijn kracht verloren, wel integendeel. De humor is tijdloos en ongelofelijk doordacht. Wat Chaplin zo uitzonderlijk maakt, is dat hij een grap zo spitsvondig opbouwt en speelt met de voorspelbaarheid en cliché’s van humor,
om deze dan net niet te gebruiken. Daardoor blijf je als toeschouwer verrast en mogelijk is het net daardoor dat de humor zo intact is gebleven en perfect los te maken valt van zijn tijd en plaats. Maar ook de muziek bezit die tijdloze kwaliteit. Weldoordacht qua structuur en kleurrijk in zijn orkestratie staat de score bol van weelderige melodieën. Maar wat ook op valt is dat er een mooie rol is weggelegd voor de percussionisten die talrijk aanwezig zijn. Zo telt het ritmische instrumentarium 2 melodische percussionisten - op xylofoon & vibrafoon die tevens de castanettes, tubular bells & tamboerijn bespelen - , een paukenist, een percussionist voor cymbalen en kleine trom. En om het koloriet te vervolledigen krijgt het orkest bijval van een pianist die naast piano ook dromerige celestaklanken toevoegt. De vakkundigheid en vlotheid waarmee Davis het orkest doorheen de film loodst is erg opmerkelijk! Maar wat het nog indrukwekkender maakt, is dat Davis dirigeert zonder autocue. Alles wat zich dus afspeelt op het grote witte doek is louter op het gevoel van de dirigent aangewezen. Maar hij doet dit met grote virtuositeit en een scherp gevoel voor timing. Het orkest volgt al even sterk!

Voor ‘City Lights’ bedacht Chaplin verschillende thema’s voor verschillende situaties en gebruikte deze met groot effect doorheen de film. Zo is er een clownesque thema met geweldige passages voor schuivende trombones. Dit thema bereikt zijn absolute climax tijdens de legendarische boksringscène. Een scène dat met zijn muziek zo ingenieus in elkaar zit dat je het moet zien om te geloven. Dat het enorm op de lachspieren werkt, hoeft niet gezegd.
Verder presenteert Chaplin een soort losgeslagen polka dat met regelmaat terugkomt; telkens als er gedanst wordt maar ook als er een achtervolging of vlucht ingezet wordt. Deze muziek doet wonderen in de film want het speelt zo geraffineerd in op verwachtingen van de luisteraar. Telkens je denkt dat de herhalingen terug in de maat getrokken worden, voegt Chaplin er nog enkele tellen bij waardoor hij een enorme dynamiek creëert. Voor de klarinet zijn er heel mooie passages te bespeuren met een duidelijke knipoog naar het werk van componist George Gershwin. Maar natuurlijk mogen we het erg vertederende liefdesthema niet vergeten. Een lyrisch stukje muziek dat zwaar op de violen leunt. Soms groot en meeslepend, dan weer intiem en klein in een kwartetbezetting. Maar altijd zeer oprecht en mooi.

Het moge duidelijk zijn dat het een onvergetelijke avond was. De zaal barstte na afloop van de voorstelling uit in minutenlang applaus. De respons was overweldigend, hartverwarmend en bedankte de artiesten van de avond aandoenlijk met heel veel appreciatie. Maar hoe kan het ook anders. Zoveel talent op een geconcentreerd moment maakte diepe indruk. Hopelijk komt er in de nabije toekomst een vervolg op dit soort voorstellingen en mogen we Carl Davis en Charlie Chaplin nog vaker terugzien en horen op één van de concertpodia. Want zoals ze het in Broadway zo mooi kunnen verwoorden: That’s Entertainment!

Joris Hermy

 



Meer