De gevoelige en indrukwekkende film Never Let Me Go is van regisseur Mark Romanek en hij houdt de stijl aan van het boek van Kazuo Ishiguro, waarop de film is gebaseerd. De film is erg goed ontvangen, maar minder goed bezocht. Het verhaal speelt zich af in een denkbeeldig parallel verleden van de tweede helft van de vorige eeuw, evenals bv V for Vendetta. Nu worden donoren gekweekt voor organen. Die donoren leren we in de film kennen als mensen zoals jij en ik, maar de samenleving wil dat niet weten en laat hen in afzondering opgroeien. De levensechte personages worden na hun twintigste ingetogen gespeeld door Carey Mulligan, Andrew Garfield en Keira Knightley.
Het verhaal begint met de tekstvermelding dat in 1967 de medische wetenschap zover gevorderd was, dat de levensverwachting van mensen boven de 100 jaar is gekomen. Kathy is verzorger van donoren en kijkt naar een jongeman die op de operatietafel ligt om van bruikbare organen te worden ontdaan. Vervolgens begint de lange flashback naar haar jeugd, waarin ze op een kostschool zat. Maar op die kostschool is er iets aan de hand, iets vreemds, want de tieners weten niet waarom ze daar zitten of waarom ze niet buiten de omheining mogen komen. Ze hebben geen ouders en weten niet beter. Pas later komen ze erachter dat ze opgroeien om donoren te zijn voor mensen in de samenleving, een samenleving waar zij geen deel van uitmaken. En ze leren om trots te zijn op hun donorschap en accepteren dat hun leven niet voorbij de 30 jaar komt. Tommy en Ruth zijn al vrienden van Kathy als ze nog tieners zijn op de kostschool en Kathy en Tommy worden verliefd op elkaar (de titel van de film komt van een liedje dat Kathy van Tommy heeft gekregen), maar Ruth kan dat niet accepteren en is veel extraverter dan Kathy. Ze palmt Tommy in, tot verdriet van beiden, maar de introverte Tommy kan dit alleen maar ondergaan. Jaren later komen er geruchten dat liefdesstellen uitstel kunnen krijgen van doneren, als ze kunnen bewijzen dat het echte liefde is...
De muziek is net zo ingetogen gecomponeerd als de film het leven van de personages presenteert. Rachel Portman ondersteunt het verhaal met fraaie, wat melancholieke klanken. Haar muziek is zelfs regelmatig wat aan de minimalistische kant, maar af en toe wordt toch een wat groter orkest ingezet.
De score opent met 'The Pier', voorafgaand aan de 'Main Titles', want in die openingstrack wordt het fraaie melancholieke thema geïntroduceerd. De solo op cello maakt het tot een track met een emotionele lading.
Na deze opening volgt de 'Main Titles', die in de eerste helft een duidelijk andere melodie heeft, maar daarna wordt dit overgenomen door een variant op het hoofdthema, weer met de cello in de hoofdrol. Beide helften van deze track zijn gevoelig gecomponeerd en erg fraai.
'Bumper Crop' is een heel ander type track. Nu hoor je in de eerste helft van de track snelle violen, die een bijna komische kleuring hebben, maar in de tweede helft zet Portman de stijl van de beide voorgaande tracks weer in.
Een aantal tracks op deze score heeft duidelijk een veel dramatischer toonsetting dan je na de eerste paar tracks zou verwachten. De melodieën liggen weliswaar allemaal in elkaars verlengde, maar de arrangementen maken de ene track tot een mooi emotioneel pareltje en de andere tot een wat saaie en licht neerslachtige ervaring. Ook zijn sommige tracks gearrangeerd met meer spanning in de muziek. Dat maakt de beluisterbaarheid toch wat minder, maar past desondanks goed in het geheel van de score.
De hoofdmelodie heeft een bepaalde tragiek in zich, die Portman de ene keer uitwerkt tot een wat trage, neerslachtige track en de andere keer tot een veel meer hoopvolle track, die daardoor veel meer aanspreekt.
Wat meespeelt is de instrumentatie. Een flink aantal tracks is duidelijk erg ingehouden gespeeld, door slechts een paar spelers, waardoor de muziek regelmatig erg minimalistisch is. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar als het arrangement dan in mineur staat, wordt het wel wat triest allemaal.
De mooiste track is 'We all Complete', die de eigenlijke score afsluit. In de film gezien is dit meest ontroerende scene, waar de muziek zeker een bijdrage aan levert.
Na die fraaie track volgen nog twee songs. De eerste is een soort hymne, die de kinderen op de kostschool zingen als 'schoollied'. De laatste track van het album is de song waar de titel van de film vandaan komt. De song is geschreven door Luther Dixon en wordt gezongen door Jane Monheit en komt van haar album Never Never Land uit 2000. Het is een beetje een zwijmelsong, ondanks Jane's wat harde stem.
Kortom, met Never Let Me Go heeft Rachel Portman een fraaie score afgeleverd, volgens haar bekende patroon. Het fraaie thema komt een aantal keren terug in verschillende, vaak wat minimalistische arrangementen, die de ene keer duidelijk fraaier zijn dan de andere keer. Het is een rustige, ingetogen score geworden, die geregeld nogal neerslachtig overkomt. Toch staan er een aantal erg fraaie tracks op dit album, waardoor de waardering toch op een mooie 78 uit 100 punten komt.